DRAADLOZE OPLADER
Inductielaadzone
Zorg vooral dat er geen
voorwerpen (USB-stick,
SD-kaart, startkaart,
creditcard, sieraden, sleutel,
munten enz.) in de
inductieoplaadzone 1 liggen
terwijl uw telefoon wordt
opgeladen. Verwijder
magnetische kaarten of
creditcards uit het telefoonhoesje
voordat u de telefoon in de
inductielaadzone 1 plaatst.
Voorwerpen die
achterblijven in de
inductielaadzone 1 kunnen
oververhit raken. Het is raadzaam
om deze in de andere
beschikbare opbergruimten te
plaatsen. (dashboardkastje,
opbergruimte achter de
zonneklep enz.)
De inductielaadzone 1 kan worden
gebruikt om een telefoon zonder een
laadsnoer te laden.
Als het voertuig is uitgerust, wordt het
oplaadgebied aangegeven met
(afhankelijk van het voertuig):
– een bijbehorend symbool;
en/of
– de oplaadstatus wordt automatisch
op het scherm weergegeven zolang de
telefoon zich in de daarvoor bestemde
zone bevindt.
De locatie kan variëren, afhankelijk
van het voertuig. Raadpleeg de
handleiding van de auto voor meer
informatie.
Opmerking:
– inductieladen wordt gestart wanneer
het contact wordt aangezet of wanneer
de motor wordt gestart;
– zorg ervoor dat uw telefoon
compatibel is met inductief opladen.
Neem voor meer informatie over de
lijst met compatibele telefoons contact
op met een erkende dealer;
– voor optimaal opladen verwijdert u
bij voorkeur het beschermhoesje van
de telefoon voordat u deze oplaadt;
– voor optimaal opladen moet het
volledige oppervlak van de
smartphone maximaal samenvallen
met het oppervlak van het
oplaadgebied en zo centraal mogelijk
worden geplaatst.
Oplaadprocedure
Plaats uw telefoon 2 in de
inductielaadzone 1 . Het opladen wordt
automatisch gestart en de voortgang
van het opladen 3 wordt weergegeven
op het scherm.
Het opladen kan worden onderbroken
als er een object wordt gedetecteerd in
de inductielaadzone 1 of als de
inductielaadzone 1 oververhit raakt.
Zodra de temperatuur is gedaald,
wordt het opladen van uw telefoon
weldra hervat.
Te l e f o o n - 8 1
4