EEN TELEFOON KOPPELEN EN AANSLUITEN
buurt naar zichtbare telefoons waarvan
Bluetooth® is ingeschakeld;
– selecteer uw telefoon uit de lijst met
suggesties of selecteer het
multimediasysteem op uw telefoon.
Er verschijnt een bericht op het
scherm van het multimediasysteem en
op de telefoon, waarin u wordt
uitgenodigd om het koppelingsverzoek
4
te accepteren als de voorgestelde
code identiek is voor de telefoon en
het multimediasysteem.
Zodra uw telefoon is gekoppeld aan
het multimediasysteem, kunt u de
services die u wilt gebruiken
selecteren via de "Apparaat
beheerder". Zie voor meer informatie
'Telefoonverbinding maken/verbreken'.
Opmerking: de telefoon is gekoppeld
aan het profiel dat is gebruikt bij het
koppelen. De telefoon is mogelijk niet
beschikbaar voor andere
gebruikersprofielen.
6 8 - Te l e f o o n
Een nieuwe telefoon koppelen
U kunt vanuit het menu "Apparaat
beheerder" een nieuwe telefoon aan
het multimediasysteem koppelen:
– druk op het pictogram 1 "Nieuw
apparaat koppelen";
– selecteer uw nieuwe telefoon uit de
lijst met suggesties en voltooi
vervolgens het koppelen.
U kunt ook een nieuwe telefoon
toevoegen vanuit de "Voertuig"-wereld
, "Instellingen", "Bluetooth®",
"Nieuw apparaat koppelen",
vervolgens uw nieuwe telefoon
selecteren in de lijst met suggesties en
de koppelingsprocedure voltooien.
Uw nieuwe telefoon is nu gekoppeld
aan het multimediasysteem.
Er is geen limiet op het aantal
telefoons dat kan worden gekoppeld.
Een telefoon loskoppelen
Vanuit het menu "Apparaat beheerder"
kunt u de telefoon ontkoppelen van het
multimediasysteem:
– druk op het pictogram 2 naast de te
ontkoppelen telefoon;
– druk op "Ja" om te bevestigen.
Een telefoon verbinden,
verbinding verbreken
Om veiligheidsredenen
mogen deze
handelingen alleen
uitgevoerd worden als
de auto stilstaat.
Bepaalde functies zijn
alleen beschikbaar terwijl
de auto stilstaat.