ACHTERUITRIJCAMERA
Voer deze aanpassingen
uitsluitend uit als de auto
stilstaat.
Wanneer de achteruitversnelling is
ingeschakeld, wordt de
achteruitrijcamera aan de achterkant
van de auto geactiveerd om het beeld
achter de auto te verzenden naar het
multimediascherm.
Wanneer de achteruitrijcamera wordt
weergegeven op het scherm van het
multimediasysteem, kunt u de
instellingen openen door op het
pictogram "Instellingen"
drukken.
Raadpleeg de handleiding van uw auto
voor meer informatie over de
achteruitrijcamera.
Opmerking:
– zorg dat de camera's niet zijn
afgedekt (door vuil, modder, sneeuw
enz.);
– het display van de achteruitrijcamera
is niet meer beschikbaar (zwart
scherm) wanneer de voertuigsnelheid
hoger is dan ongeveer 10 km/u,
afhankelijk van de lokale regelgeving.
Beeldinstellingen
U kunt de volgende instellingen
1 te
aanpassen:
– helderheid 2 ;
– contrast 3 ;
– kleur 4 .
Tekeningen
U kunt de volgende items in- of
uitschakelen:
– de bewegende geleidelijnen 5 die
de verplaatsingsrichting van de auto
volgens de positie van het stuurwiel
aanduiden;
– de vaste geleidelijnen 6 die de
afstand achter de auto aanduiden;
– de bewegende geleidelijnen van de
aanhanger 7 geven de
verplaatsingsrichting van de
aanhanger volgens de positie van het
stuurwiel aan.
"Automatisch in-/uitzoomen"
(afhankelijk van de uitrusting)
U kunt "Automatisch zoomen" 8
activeren of deactiveren.
6
A u t o - 1 0 1