Bedieningsopties
Bewerkingsopties
De volgende tekens kunnen worden geselecteerd tijdens het bewerken:
• Numerieke waarden: 0 tot 9 en „." (punt) als scheidingsteken in de geselecteerde eenheid
• Labelnummer (functie 080): daarnaast letters A tot Z en „-" (min)
• Navigatietekens:
- „←" gaat één of meer spaties naar links
- „→" gaat één of meer spaties naar rechts
8�1�4
Besturingselementen
Sleutel
S
O
F
S
O
+
O
F
+
S
F
+
S
O
F
+
+
man.
start
of externe
startknop
8�1�5
De toetsenbordvergrendeling in- en uitschakelen
Als het slotsymbool op het lokale display en voor de invoerwaarden van de functies
verschijnt, is de parametrering beveiligd met een toetsblokkering en kunnen er in het hele
bedieningsmenu geen waarden meer worden ingevoerd of gewijzigd.
De toetsenbordvergrendeling wordt als volgt in- en uitgeschakeld:
++: Druk op alle bedieningstoetsen terwijl het apparaat in de meetwaarde
000-modus staat.
→ De toetsenbordvergrendeling is ingeschakeld
++: Druk opnieuw op alle bedieningstoetsen terwijl het apparaat in de meetwaarde
000-modus staat.
→ De toetsenbordvergrendeling is uitgeschakeld
20
Betekenis
Een waarde invoeren
Activeert de bewerkingsmodus en verlaagt de waarde
Een functiegroep of waarde selecteren
Verplaatst de actieve optie naar beneden
Een waarde invoeren
Activeert de bewerkingsmodus en verhoogt de waarde
Een functiegroep of waarde selecteren
Verplaatst de actieve optie naar boven
• Navigatie naar rechts binnen een functiegroep
• In de bewerkingsmodus: Accepteer de ingevoerde waarde
Navigatie naar links binnen een functiegroep
Verhoogt het contrast van het vloeibaar-kristalscherm
Verlaagt het contrast van het vloeibaar-kristalscherm
• Hardwarevergrendeling in- of uitschakelen
• Bedieningstoetsen hebben geen eigen functie
• „man. start" en externe startknop zijn niet vergrendeld
De meetprocedure start als het apparaat in de weergavemodus staat (functie
000).
Silopilot FMM20
Endress+Hauser