1.2
De telefoon gebruiksklaar maken
1.2.1
Instellen
De SIM-/microSD-kaart plaatsen of uit de telefoon halen
Een micro-SIM-kaart is vereist om te bellen en mobiele netwerken te
gebruiken. Als u een SIM-kaart hebt, plaatst u deze voordat u de telefoon
instelt. Probeer geen ander type SIM-kaart, zoals een mini- en nanokaart, te
plaatsen, omdat de telefoon hierdoor kan worden beschadigd.
Schakel de telefoon uit voordat u de SIM-/microSD-kaart plaatst of verwijdert.
Opladen van de accu
U kunt de accu het beste volledig opladen. Het percentage op het scherm
geeft de oplaadstatus aan als de telefoon is uitgeschakeld. Het percentage
neemt toe naarmate de telefoon wordt opgeladen.
Als u stroomverbruik en energieverspilling wilt verminderen, haalt u de
oplader uit de telefoon als de accu volledig is opgeladen. Schakel
Wi-Fi, GPS, Bluetooth of apps die op de achtergrond worden
uitgevoerd uit wanneer deze niet worden gebruikt. Bij Instellingen kunt
u ook de helderheid van het scherm verlagen en de periode verkorten
waarna het scherm wordt uitgeschakeld.
1.2.2
De telefoon inschakelen
Telefoon inschakelen: houd de aan/uit-toets ingedrukt tot de telefoon wordt
ingeschakeld. Het duurt enkele seconden voordat de schermverlichting
gaat branden. Ontgrendel uw telefoon door te vegen, met een PIN-code,
wachtwoord of patroon voordat het Startscherm kan worden weergegeven als
u een schermvergrendeling hebt ingesteld in Instellingen.
Neem contact op met uw provider wanneer u niet weet wat uw PIN-code is
of wanneer u deze vergeten bent. Bewaar uw PIN-code niet bij uw telefoon.
Bewaar deze informatie op een veilige plaats wanneer u deze niet gebruikt.
1.2.3
De telefoon uitschakelen
Telefoon uitschakelen: houd de aan/uit-toets ingedrukt tot de telefoonopties
worden weergegeven en selecteer Uitschakelen.
24
1.3
Startscherm
Wanneer u de starts-toets aanraakt wordt u altijd teruggebracht naar uw
primaire startscherm. U kunt al uw startschermen personaliseren door uw
favoriete apps, snelkoppelingen en widgets toe te voegen. Op het startscherm
is de onderste groep pictogrammen altijd zichtbaar, ongeacht op welke
startschermpagina u zich bevindt. Dit geldt ook voor de tab Applicaties waarin
al uw beschikbare apps worden weergegeven.
Statusbalk
• Status-/meldingsaanduidingen
• Raak de aanduidingen aan en sleep
omlaag om het venster Meldingen te
openen.
Veeg naar links of rechts om andere
vensters van het startscherm weer te geven
Google zoekbalk
• Raak aan om het scherm voor
tekstzoekopdrachten te openen
• Raak aan om het scherm voor
gesproken zoekopdrachten te openen
Applicaties in vak Favorieten
• Raak dit aan om de applicatie te openen.
• Houd dit lang ingedrukt om applicaties te
verplaatsen of te verwijderen.
De tab Applicaties
• Aanraken om alle apps te openen.
Het startscherm wordt weergegeven, waarin meer ruimte beschikbaar is
voor het toevoegen van applicaties, snelkoppelingen enzovoort. U kunt het
startscherm naar links en rechts schuiven voor een volledige weergave van
het startscherm. De witte stip in het onderste gedeelte van het scherm geeft
aan welk scherm wordt weergegeven.
1.3.1
Het aanraakscherm gebruiken
Aanraken
Als u een applicatie wilt openen, raakt u deze aan met uw vinger.
25