Revisie
2.8
Wegslepen, verladen en transporteren
Wegslepen
BA EW100 nl* 1.2 * Sicherheit_25022014.fm
•
Voor het aan- of afkoppelen van de hydraulische verbindingen:
- De motor afzetten
- Druk ontlasten van de werkhydraulica
•
Opnemen en neerzetten van aanbouwgereedschappen vereist
bijzondere voorzichtigheid:
- aanbouwgereedschap volgens de handleiding opnemen en veilig
vergrendelen.
- aanbouwgereedschap alleen op stevige, vlakke ondergrond
neerzetten en tegen kantelen en wegrollen beveiligen.
•
Voertuig en aanbouwgereedschap alleen in bedrijf nemen, als:
- Veiligheidsinrichtingen werkend zijn aangebracht.
- Verlichtings- en hydraulische verbindingen gemaakt en werkzaam zijn.
•
Na het vergrendelen van het aanbouwgereedschap visuele controle
van de vergrendeling uitvoeren.
•
Bij het opnemen en het neerzetten van een aanbouwgereedschap
mag niemand zich tussen voertuig en aanbouwgereedschap bevinden.
•
Gevarengebied zeer ruim afsluiten.
•
Er mogen geen personen in het gebied van de wegsleepstang of de
wegsleepkabel aanwezig zijn. Als veiligheidsafstand geldt de 1,5-
voudige lengte van het wegsleepmiddel.
Bij voertuigen met een totaalgewicht tot 4 ton moet een sleepkabel
worden gebruikt.
Bij voertuigen met een totaalgewicht vanaf 4 ton moet een sleepstang
worden gebruikt.
•
Voorgeschreven transportstand, toegestane snelheid en wegafstand
aanhouden.
•
Als trekvoertuig moet een voertuig worden gebruikt dat minstens van
dezelfde gewichtsklasse is. Verder moet het trekvoertuig met een
veilig remsysteem en voldoende trekkracht zijn uitgerust.
•
Alleen door een keurings- / certificeringsinstelling toegestane
wegsleepstangen of wegsleepkabel gebruiken, controle-intervallen
aanhouden.
•
Geen vervuilde, beschadigde of niet voldoende gedimensioneerde
wegsleepstangen of wegsleepkabels gebruiken.
•
Wegsleepstangen of wegsleepkabels alleen aan de gedefinieerde
punten bevestigen.
•
Uitsluitend conform deze gebruiksaanwijzing wegslepen, om schade
aan het voertuig te vermijden.
•
Bij het wegslepen op openbare straten / plaatsen de nationale
voorschriften in acht nemen (bv. verlichtingsvoorschriften).
Veiligheid 2
2-11