6 Transport
Afb.291
6-2
AANWIJZING
Beschadiging van het voertuig c.q. de rijaandrijving bij het takelen.
► Voertuig alleen uit de onmiddellijke gevarenzone takelen, totdat de
mogelijkheid bestaat het voertuig te verladen.
► Voertuig mag alleen met lopende motor en werkende rijaandrijving
worden getakeld.
► Een voertuig dat zich op een helling staat of vastzit, mag niet getakeld
worden. Het voertuig moet verladen worden.
► Takelen van het voertuig alleen met geschikte takelmiddelen in
combinatie met geschikte takelinrichtingen, zoals haken of ogen.
► De maximaal toegestane lastopname van het takeloog bedraagt 1,5
keer het maximale voertuiggewicht.
► Als trekvoertuig moet een voertuig worden gebruikt dat minstens van
dezelfde gewichtsklasse is.
Verder moet het trekvoertuig met een veilig remsysteem en voldoende
trekkracht zijn uitgerust.
Informatie
Het voertuig mag op de openbare weg niet worden gebruikt voor het
wegslepen van een ander voertuig.
WAARSCHUWING
Knelgevaar door het wegrollen van het voertuig na het neerzetten!
Een niet-vastgezet voertuig kan leiden tot ernstige letsels en zelfs de dood.
► Het voertuig mag alleen op vlak terrein of bergopwaarts worden
getakeld.
► Voertuig aan de beide vastsjorpunten vastzetten met adequate
aanslagmiddelen.
► Voertuig met blokken tegen wegrollen beveiligen.
"Oliecircuit Rijden" openen
De hogedrukbegrenzingsklep bevindt zich op de rijpomp, deze bevindt
zich onder de klepafdekking aan de rechterkant. De
hogedrukbegrenzingsklep heeft een bypass-functie en moet geopend
worden, zodat de rijaandrijving niet beschadigd wordt.
BA EW100 nl* 1.2 * ew100t600.fm