De beeldinstellingen (fototype)
selecteren
U kunt voor het fototype kiezen uit Standrd en Film 1 tot Film 3.
Standaard
EdgeEnhance, Verzadiging, Tint en Contrast staan
standaard op Mi (midden), en NR (ruisonderdrukking)
staat standaard op La (laag).
kunt de gewenste waarde voor
Film 1 tot Film 3
U
Verzadiging
(ruisonderdrukking) instellen met de
navigatieknop.
U stelt Film 1 tot Film 3 als volgt in.
1. Selecteer Filminstelling in het menu MenuInstellingen met behulp
van de navigatieknop. Druk vervolgens op de knop ENTER. Het
scherm Filminstelling wordt weergegeven. Zie "Het menu
MenuInstellingen" op pagina 43 voor meer informatie over het
gebruik van dit menu.
2. Selecteer het gewenste fotonummer (Film 1 tot Film 3) en druk op
de knop ENTER. Het geselecteerde nummer van het scherm
Filminstelling wordt weergegeven.
3. Selecteer het item waarvan u de instelling wilt wijzigen met de
navigatieknop. Druk vervolgens op de knop ENTER. U kunt per
filmnummer kiezen uit EdgeEnhance, Verzadiging, Tint,
Contrast en NR (ruisonderdrukking).
4. Wijzig de waarde van het item met de navigatieknop en druk op
de knop ENTER. U kunt kiezen uit La, Mi en Ho.
5. Herhaal stap 3 en 4 om de waarde van de gewenste items aan te
passen.
6. Selecteer, nadat u de waarde van elk item hebt gewijzigd, Eindig
en druk op de knop ENTER.
32
Foto's maken
EdgeEnhance
,
,
en
Tint
Contrast
NR
De nieuwe waarden worden opgeslagen en u keert terug naar het
menu MenuInstellingen.
Gebruik van de flitsfunctie
Om foto's te kunnen maken in omstandigheden met weinig licht kunt
u een apart verkrijgbare flitser gebruiken.
1. Installeer een aparte flitser op de daarvoor bestemde schoen of het
X-contact van de camera.
,
2. Haal de knop voor het spannen van de sluiter over.
3. Zet de sluitertijd op 1/125 of lager.
4. Stel scherp op het onderwerp en bepaal de afstand tussen de lens
en het onderwerp.
5. Kies de juiste diafragmawaarde op basis van de lijst met lengte- en
diafragmawaarden. Zie de handleiding van de flitser voor de lijst
met lengte- en diafragmawaarden.
6. Selecteer de gewenste waarde door de diafragmaring te
verdraaien.
7. Stel opnieuw scherp op het onderwerp en druk op de ontspanknop.
Opmerking:
Zie de handleiding van de flitser voor meer informatie hierover.