1. Steek het bijgeleverde netsnoer in de batterijlader en vervolgens in
het stopcontact.
2. Plaats de batterij in de batterijlader.
14
Aan de slag
3. Haal de batterij uit de lader wanneer het lampje uitgaat. Haal na
het opladen van de batterij de stekker van de batterijlader uit het
stopcontact.
Opmerking:
❏ De precieze laadtijd hangt af van de temperatuur en de mate waarin de
batterij nog geladen was.
❏ Tijdens het laden geeft het rode lampje de status aan:
Lampje brandt: De batterij wordt opgeladen.
Lampje is uit:
De batterij is volledig opgeladen of er zit geen batterij in
de lader.
De batterij in de camera plaatsen
Bij de camera wordt een lithium-ionbatterij geleverd (model EU-85).
Gebruik in geen geval een batterij van een ander merk of model.