De camera instellen
De camera aanzetten
1. Zet de aan-uitknop op on.
Wanneer u de camera aanzet, worden de actieve instellingen
(aantal resterende foto's, fotokwaliteit, resterend batterijvermogen
en witbalans) aangegeven in het wijzerdisplay boven op het toestel.
Zie "Wijzernaalden" op pagina 24 voor meer informatie.
20
Aan de slag
Opmerking:
Zet de aan-uitknop op off als u de camera wilt uitzetten.
De datum en tijd instellen
De eerste keer dat u de camera aanzet, moet u de gewenste datum
(maand, dag en jaar) en tijd (uren en minuten) instellen op de
LCD-monitor. Wanneer dit is gebeurd, wordt bij elke opname
automatisch de datum en tijd geregistreerd.
Opmerking:
❏ Als u de batterij uit de camera haalt, blijven de ingestelde datum en tijd
nog circa twee dagen behouden in de camera.
❏ Controleer na het verwisselen van batterij of de datum en tijd nog goed
staan ingesteld. Pas de datum en tijd eventueel aan.
❏ U kunt de instellingen later wijzigen via het menu Basisinstellingen. Zie
"Het menu Basisinstellingen" op pagina 44 voor meer informatie.
Stel de datum en tijd als volgt in.
1. Zet de camera aan.
2. Draai de LCD-monitor naar u toe en druk op de knop LCD. Het
scherm Datum en Tijd wordt weergegeven op de LCD-monitor.
Zie "Gebruik van de LCD-monitor" op pagina 42 voor meer
informatie over het draaien van de LCD-monitor.