BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
Inrijden
De meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
5
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
DAU01128
0 ~ 1.000 km
Laat het toerental niet boven de 5.000 tpm
uitkomen.
1.000 ~ 1.600 km
Laat het motortoerental niet al te lang bo-
ven de 6.000 tpm komen.
LET OP:
@
Ververs na de eerste 1.000 km de mo-
torolie en vervang het oliefilter.
@
1.600 km en hoger
U kunt normaal rijden.
LET OP:
@
Laat de wijzer van de toerenteller
nooit in de rode zone komen.
Mochten er zich moeilijkheden met
de motor voordoen tijdens de inrij-
periode, raadpleeg dan onmiddel-
lijk u Yamaha dealer.
@
DAU01329
Parkeren
Als u de motorfiets parkeert, zet de motor
dan af en verwijder de sleutel uit het
kontaktslot.
@
De uitlaatpijp en het samenstel worden
DC000052
bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
een plek waar spelende kinderen en
voorbijgangers zich niet kunnen bran-
den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
niet op een helling of op een zachte on-
dergrond, aangezien de kans bestaat dat
deze omvalt.
@
DC000053
5-5
WAARSCHUWING
DAU00460
DW000058