Opnemen op een minidisc
Alvorens u begint met
opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitale geluidsdrager,
waarop u muziek kunt opnemen en afspelen met een
geluidskwaliteit vergelijkbaar met die van compact discs.
Een van de handige functies van minidiscs is de
mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit stelt u in
staat vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de muziek op
te zoeken en om de opgenomen muziekstukken naar keuze
in een andere volgorde te zetten of anderszins aan te
passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden er
verschillende methoden van opnemen gebruikt en worden
de muziekstuknummers ook anders vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
• De compact disc speler van deze stereo-
installatie
– Het digitale signaal van de CD-speler wordt ongewijzigd op
de minidisc opgenomen (volledig digitale opname)*.
– De muziekstuknummers worden automatisch overgenomen
net als ze op de oorspronkelijke compact disc staan.
• De tuner van deze stereo-installatie en
andere analoge geluidsapparatuur
– Het analoge ingangssignaal wordt omgezet in digitale vorm
en aldus opgenomen (analoge opname)**.
– Tijdens het opnemen dient u de akoestiekfuncties uit te
schakelen met SURROUND OFF.
– Aan het begin van de opname wordt er altijd automatisch
een muziekstuknummer aangebracht, maar als u de Level-
Sync stilte-markering inschakelt (zie blz. 44), worden er
automatisch muziekstuknummers aangebracht volgens het
niveau van het inkomend geluidssignaal.
• (Alleen bij het model voor de Noord-
Amerika) Andere apparatuur die is
aangesloten via een optische vezelkabel
– Het digitale signaal van de CD-speler e.d. wordt
ongewijzigd op de minidisc opgenomen (digitale opname)*.
– Hoe de muziekstuknummers worden aangebracht, hangt af
van de geluidsbron.
* Een uitleg over de beperkingen bij het digitaal opnemen vindt u
op blz. 90.
** Deze signaalomzetting vindt plaats omdat deze geluidsbronnen
geen digitale signalen uitsturen.
Muziekstuknummers op minidisc ("TOC"
inhoudsopgave)
• Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor de
volgorde) en de informatie betreffende de begin- en eindpunten
van de muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor bestemd
gebied, de TOC* genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied.
Dit heeft het voordeel dat u muziekstukken naar wens kunt
aanpassen, door alleen de informatie in de TOC inhoudsopgave
te veranderen.
* TOC: "Table of Contents" = Inhoudsopgave.
• Bij het opnemen vanaf de CD-speler van dit apparaat, of vanaf
een CD-speler of minidisc-speler die is aangesloten op de
OPTICAL IN aansluiting, zal de minidisc-recorder van dit
apparaat automatisch muziekstuknummers vastleggen in
dezelfde volgorde als op de oorspronkelijke geluidsbron. De
muziekstuknummers kunnen echter niet worden vastgelegd
onder de volgende omstandigheden:
–
Bij het meermalen opnemen van hetzelfde muziekstuk van
een disc (bijv. met de "Repeat 1" herhaalfunctie).
–
Bij het opnemen van muziekstukken met hetzelfde nummer
van verschillende discs.
–
Bij het opnemen van een muziekstuk dat korter is dan
4 seconden (bij opnemen in de "STEREO", "MONO" of
"LP2" stand).
–
Bij het opnemen van een muziekstuk dat korter is dan
8 seconden (bij opnemen in de "LP4" stand).
Na afloop van het opnemen
, Druk op de A uitwerptoets om de minidisc
te verwijderen of druk op de ?/1 toets om
de stereo-installatie uit te schakelen.
De aanduiding "TOC" licht op of gaat knipperen.
De muziek is pas definitief op de minidisc
opgenomen wanneer de opnamegegevens zijn
vastgelegd in de inhoudsopgave.
Opmerking
Het opnemen op een minidisc is pas compleet wanneer de "TOC"
aanduiding stopt met knipperen en dooft, nadat de
opnamegegevens zijn vastgelegd in de inhoudsopgave. Tot dat
moment mag u niet tegen de minidisc-recorder stoten of de stekker
uit het stopcontact trekken. Als u de stroom wilt afsluiten, dient u
eerst het volgende te doen:
– De minidisc verwijderen.
– Op de ?/1 toets drukken om de stereo-installatie uit te schakelen.
Beveiligen van een opgenomen
minidisc
• Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen per ongeluk
wissen, schuift u het wispreventienokje in de hoek van de
minidisc open, zodat er een opening ontstaat.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer mogelijk. Om
de minidisc weer geschikt te maken voor opname, schuift u het
wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open.
• Als de minidisc beveiligd is tegen opnemen en wissen,
verschijnen de aanduidingen "C11" en "Protected" beurtelings in
het uitleesvenster en dan is opnemen niet mogelijk. Schuif het
wispreventienokje dicht, steek de minidisc opnieuw in en
probeer het opnemen nogmaals.
NL
37