Opmerkingen
• Met versnelde CD-MD synchroonopname kunt u
niet over bestaand materiaal heen opnemen. De
minidisc-recorder begint automatisch met opnemen
vanaf het einde van de bestaande opnamen.
• Zorg dat de beschikbare opnameduur op de
minidisc langer is dan de speelduur van de compact
disc, vooral wanneer u alle muziekstukken van de
compact disc wilt overnemen.
• U kunt het opnemen niet pauzeren tijdens de
versnelde CD-MD synchroonopname.
• Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij
stap 2 automatisch overgeschakeld op de modus
voor normaal afspelen.
• De volgende functies zullen niet werken of worden
uitgeschakeld tijdens de versnelde CD-MD
synchroonopname:
— de "Auto Cut" automatische pauzestand;
— het meeluisteren naar het opgenomen geluid.
• Bij de volgende soorten compact discs kan er
sprake zijn van storing of leesfouten bij het
overnemen op een minidisc:
— compact discs waarop een etiket is geplakt;
— onregelmatig gevormde CD's (hartvormige,
stervormige e.d.);
— CD's met de tekst geconcentreerd aan één kant;
— oude CD's;
— CD's met krassen;
— vuile CD's;
— kromgetrokken CD's.
• Als een van de volgende verschijnselen zich
voordoet tijdens het afspelen of opnemen van een
CD, kan er een leesfout optreden of storing in de
opname ontstaan:
— als tegen de disc-lade of een ander deel van de
apparatuur wordt gestoten;
— als de minidisc-recorder scheef staat of op een
wankele ondergrond;
— als de minidisc-recorder dichtbij een
luidspreker, een dichtslaande deur of een andere
bron van trillingen staat.
— Als er een leesfout optreedt, kan er een extra
muziekstuk zonder geluid worden gecreëerd.
Dit extra muziekstuk kunt u wissen met de
bewerkingsfunctie (zie blz. 47).
Synchroonopname
De SYNC REC toets biedt de gemakkelijkste
methode voor opnemen op een minidisc of een
cassette. Voor bandopnamen kunt u zowel Type I
(normaalband) als Type II (CrO2-band) cassettes
gebruiken.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
?/1
(Aan/uit-
2
1
schakelaar)
1
Plaats de op te nemen compact disc (of
minidisc of cassette) en een voor
opnemen geschikte minidisc of cassette.
Om bandopnamen van een cassette over te
spelen naar een andere cassette, plaatst u de
oorspronkelijke cassette in deck A en de
nieuw op te nemen cassette in deck B.
MODE
SELECT
Instelknop
PUSH ENTER
x
1
1
wordt vervolgd
NL
15