8. Papier en toner bijvullen
Dik papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel
• Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten
met de afdrukzijde naar boven.
• Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen.
Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ].
1.
Selecteer [Lade papierinstellingen]
2.
Selecteer [Papiersoort: Handinvoer]
3.
Selecteer het type papier dat in de handinvoer ligt
4.
Als u [Gerecycled papier], [Gekleurd papier], [Briefpapier], [Etikettenpapier], [Envelop]
of [Voorbedrukt papier] geselecteerd heeft als papiertype, druk dan op de [Escape]-
knop.
Communiceren
5.
Selecteer [Onderhoud]
6.
Selecteer de papierdikte-instellingen voor het opgegeven papiertype
knop.
7.
Selecteer de lade waarin het opgegeven papier zit
8.
Selecteer de papierdikte
• Voor meer informatie over papierdikte, zie de handleiding Het apparaat aansluiten /
Systeeminstellingen
86
Druk op de [OK]-knop.
Druk op de [OK]-knop.
Pauze/
Direct
Herhaal.
kiezen
NL DBH015
Druk op de [OK]-knop.
Druk op de [OK]-knop.
.
Druk op de [OK]-knop.
Druk op de [OK]-
Druk op de [OK]-knop.