'l
-'}
Alb.32.
Olie-
en
waterafscheider,
drukregelaar en vorstbeveiliger
daarna
stop
(2)
te
verwijderen
en
de
slang
te
bevesiigen,
ledere
1ó.000
km
moet
de
a{scheider
worden
gereinigd
in
benzine.
Verwijder hiervoor
de
sluitmoer
(3)
Vorstbeveiliger
Achter
de
drukregelaar
is
een
vorst-
beveiliger
gemonteerd
teneinde
be-
vriezing
van
condenswater
tijdens
de
vorstperiode
te
voorkomen.
Vóór
de
winter
moet
de
beveiliger
gedemon-
teerd en grondig
gereinigd
worden.
Wa
n
neer de
temperatu
u
r
beneden
het
vriespunt daalt moet de vorstbeveiliger
in
werking worden
gesteld.
rftq*E
Afb.
33.
Vorstbeveiliger
Hiervoor
is
een
vu
lplug met
peilstok
aanwezig
(4 in
afb.
32)
De
vulstop
moet
worden
geopend
met
stilstaande
motor,
De
knop
(5)
moet
in de
onder-
ste
stand
staan,
De
regelknop
(5)
bevindt zich
aan
de
boven
zijde, Geheel
uitgetrokken:
beveiliglng
tot -4o C;
half
uitgetrok-
ken
:
bevei
lig
i
ng
onder
-
4"
C;
n
iet
uitgetrokken:
geen
beveiliging
(a{b.
33)
Luchtketels dienen dagelilks
te
worden
afgeta
pt
bij
lopende
motor,
CENTRALE
CHASSISSMERING
Alleen
TB
100/300
series
Reinig
de
vulopening
van
de
voor-
raadtank
a
lvorens
de
peilstok
u
it
te
nemen,
Vul
steeds schone
olie,
zo
nodig
zeven.
Vuil in
de
pomp
is
niet
34
bevorderli.lk
voor
de
levensduur.
Controleer
de
smeerolievoorraad
in
de
tank iedere
4000
km,
ln
de
pomp
aa
n het
u
iteinde
van
de
toevoerlei-