Deze computer wordt aangeboden met een configuratie die gebruikmaakt van ingebouwde storage waarbij de UFS-storage deel uitmaakt
van de systeemkaarteenheid.
In het geval dat de computer een vervanging van de systeemkaart nodig heeft, gaan alle data die lokaal op de computer zijn opgeslagen
verloren en kunnen deze niet meer worden hersteld. Laat de klant vooraf weten dat deze een back-up moet maken van hun data op de
computer om mogelijk dataverlies na een service-incident te voorkomen.
Na het vervangen van de systeemkaart, moet het besturingssysteem opnieuw worden geïnstalleerd. Dit kan worden gedaan met behulp
van de OS-herstelmedia of het initiëren van BIOSConnect OS Recovery, mits er een internetverbinding beschikbaar is.
OPMERKING:
Dell is niet verantwoordelijk voor het maken van back-ups van de data van de klant. De klant is verantwoordelijk voor
de data op hun eigen computer en voor het maken van back-ups van de bestanden.
1. Plaats de systeemkaart terug in het computerchassis.
2. Plaats de vijf schroeven (M2x3) terug waarmee de systeemkaart aan het computerchassis is bevestigd.
3. Plaats de knoopcelbatterij terug in het slot op de systeemkaart.
4. Sluit de kabel van de knoopcelbatterij aan op de connector op de systeemkaart.
5. Sluit de kabel van de luidspreker en de kabel van de geluidskaart aan op de connectoren op de systeemkaart.
6. Sluit de touchdisplay-connector aan.
7. Sluit de drie antennekabels aan op de WLAN-module op de systeemkaart.
8. Plaats de beugel van de WLAN-antennekabel terug op de systeemkaart.
9. Plaats de enkele schroef (M2x3) terug waarmee de beugel van de WLAN-antennekabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
10. Plaats de USB Type-A-beugel terug op de systeemkaart.
11. Plaats de enkele schroef (M2x3) terug waarmee de beugel van de USB Type-A aan de systeemkaart is bevestigd.
12. Sluit de voedingsadapterpoortkabel aan op de connector op de systeemkaart.
13. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op de systeemkaart. Sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
14. Plaats de beugel van de beeldschermkabel terug op de systeemkaart.
15. Plaats de enkele schroef (M2x3) terug waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
16. Als uw computer een USB-C-poort heeft, plaats dan de USB-C-beugel terug op de systeemkaart. Plaats de twee schroeven (M2x4)
terug waarmee de USB-C-beugel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
1. Installeer de
naar voren gerichte
2. De
koelplaateenheid
plaatsen.
3. Voor computers die worden geleverd met een Solid State-schijf (SSD), moet u de
4. De
palmsteun- en toetsenbordeenheid
52
Onderdelen verwijderen en plaatsen
camera.
installeren.
SSD
installeren.