De scherpstelling aanpassen
De scherpstelafstand handmatig instellen
1
Druk in de opnamemodus op [c].
2
Scroll naar Handm. scherp.
3
Draai [Zoomknop] naar rechts.
4
Draai aan de navigatieknop of druk deze in om de
scherpstelafstand aan te passen.
Terug
Instellen
OK
5
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
•
Als u de scherpstelafstand handmatig instelt en het onderwerp zich
buiten het scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
•
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de
opties voor scherpstelgebied en gezichtsdetectie in te stellen.
Selectief scherpstellen
U kunt op een bepaald deel van de scène scherpstellen.
Selecteer het gedeelte waarop u wilt scherpstellen.
1
Druk in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer a
3
Druk op [m] om naar de opnamemodus te gaan.
F2.4 1/60
4
Druk op [o].
5
Verplaats het kader naar het gebied waarop u wilt
scherpstellen en druk op [o].
6
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
•
Druk op [o] om het scherpstelgebied te wijzigen.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
63
Opname-instellingen
p A S M d
Autom. scherpstellen
OK: Selection AF
00001
Keuze AF.