De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en het diafragma, die automatisch worden
ingesteld.
1
Draai de modusdraaiknop naar p.
2
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie "Opname-
instellingen".)
00001
F2.4 1/60
3
Kadreer het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half
in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
41
Uitgebreide functies