Opnamen in het donker maken
Optie
Beschrijving
Auto: In de modus t selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Rode ogen*:
•
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
•
De camera gaat rode ogen tegen.
Invulflits:
•
De flitser gaat altijd af.
•
De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.
Langz sync:
•
De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.
•
Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond
zichtbaar te maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
Anti-rode ogen*:
•
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
•
De camera corrigeert rode ogen door middel van
geavanceerde softwarematige analyse van de
opname.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
•
Flitseropties zijn niet beschikbaar als de modus voor het maken van
reeksopnamen zijn ingesteld op Precapture-modus of Bracketing-
modus, of als u Zelfportret of Knipperen hebt geselecteerd.
•
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 124)
•
Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
De flitssterkte regelen
Pas de sterkte van de flits aan om over- of onderbelichting te
voorkomen.
1
Druk in de opnamemodus op [F].
2
Scroll naar een optie.
3
Draai [Zoomknop] naar rechts.
60
Opname-instellingen