Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
4.3 Vereisten voor externe mobiele antenne
De gecombineerde versterkingsfactor van
de kabel en antenne-oplossing die voor dit
product wordt gebruikt mag niet hoger zijn
dan 2,0 dBi.
In de installatieruimte dient een stabiele
netwerkdekking te bestaan.
De externe antenne moet buiten de
besturingskast worden geïnstalleerd.
De externe antenne moet voorzien zijn van
een SMA-connector.
Er moet altijd een externe antenne worden
aangesloten op de CIM.
5. Installatie
5.1 Een mobiele antenne plaatsen
De antenne voor de CIM 290 moet worden
aangesloten op de module om verbinding te maken
met het mobiele netwerk.
1. Sluit de externe antennekabel aan op de SMA-
aansluiting (pos. 1) van de CIM 290.
1
De externe antenne moet altijd
aangesloten zijn op de CIM 290.
5.2 De RS-485-communicatie-interface
aansluiten
1. Sluit de draden aan volgens de onderstaande
tabel.
SW2-lijnbeëindiging moet worden
ingeschakeld als de unit het laatste
apparaat is op een subnet.
10
LED3 toont de status van de RS-485-
communicatie.
1
2
3
Pos.
Beschrijving
1
RS485, A (+), D1, Data
2
RS485, Y, GND
3
RS485, B (-), D0, Data
De RS-485-poort mag alleen worden
aangesloten op PELV-circuits.
De RS-485 poort dient te worden gebruikt voor
lokale firmware-updates via GENIBus naar
CIMCIU PC tool, of voor het aansluiten van
externe Modbus RTU slave-fieldbusapparaten.
Gerelateerde informatie
3.5 RS-485-communicatie-interface
5.3 Activeren van BLE
CIM 290 met BLE koppelingsknop
1. Druk op de BLE koppeltoets voor draadloze
communicatie met Grundfos GO via BLE.
Grundfos GO moet op uw mobiele telefoon zijn
geïnstalleerd.
2. Koppel de CIM 290 aan de mobiele telefoon.
Als de BLE-toets langer dan 15
seconden wordt ingedrukt, wordt het
huidige BLE-koppelingsproces gereset.
Advertenties
Inhoudsopgave
