Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening Van Het Systeem Jablotron 100; Alarminstelling; Alarmuitschakeling - jablotron 100+ Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 100+:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. BEDIENING VAN HET SYSTEEM JABLOTRON 100+

2.1.2.1 ALARMINSTELLING

1. Autorisatie met gebruik van het
LCD-klavier. Secties, die kunnen
worden bestuurd, worden verlicht
en de achtergrondverlichte indica-
tieknop begint groen te knipperen.
Terwijl het alarm ingesteld wordt, als een detector actief is (bijvoorbeeld een open raam), zal het systeem
reageren (gebaseerd op systeemconfiguratie) op een van de volgende manieren:
Detectoren zullen automatisch bewaken, nadat ze naar een stand-bymodus (standaardinstelling)
a
overgeschakeld worden.
Het systeem zal optisch de status van de geactiveerde detectoren aangeven met een gedurende 8 seconden
a
rood knipperend segment en automatisch ingesteld worden, zodra deze periode is afgelopen.
De sectie met geactiveerde detectoren kan ook ingesteld worden door de knop aan de rechterkant
a
herhaaldelijk in te drukken. Op deze manier bevestigt een gebruiker het voornemen om de sectie te
wapenenmet een geactiveerde detector (bv. een geopend venster). Anders wordt de sectie met de
geactiveerde detector niet ingesteld.
De geactiveerde detector zal de instelling van de sectie verhinderen. Deze status wordt optisch aangegeven
a
met een knipperende rode segmentknop. De detector, die de instelling verhindert, wordt weergegeven op het
LCD-display van het klaviermenu.
Een mislukte instelling wordt aangegeven door de indicatieknop, die geel knippert (de parameter „Mislukte
instelling" moet zijn ingeschakeld).
Raadpleeg voor de installatie een technicus om het gewenste gedrag van het systeem te programmeren.

2.1.2.2 ALARMUITSCHAKELING

1. Wanneer u het gebouw betreedt
(waarbij een detector met een re-
actie „Vertraagde zone" wordt ge-
activeerd), begint het systeem een
inloopvertraging aan te geven met
een continue toon en het knipperen
van een groene segmentknop van
de sectie, waarin de vertraagde
Opmerking: Als de parameter „Uitschakeling van sectie alleen door autorisatie gedurende inloopvertraging"
wordt ingeschakeld, zal een enkele autorisatie een dergelijke sectie uitschakelen, waar de uitloopvertraging werd
ingeschakeld.
Raadpleeg voor de installatie een technicus om het gewenste gedrag van het systeem te programmeren.
2. Druk op de rechterknop (die niet
wordt verlicht) om een bepaalde
sectie te wapenen. Het is mogelijk
om meerdere secties achter elkaar
te wapenen. De vertraging tussen
de selectie van de secties mag
niet langer duren dan 2 seconden.
inloop/betreding is geactiveerd.
Autoriseer uzelf met behulp van het
Klavier – het groene indicatielampje
van het autorisatiepaneel begint te
knipperen.
3. De opdracht wordt uitgevoerd en
het klavier indiceert akoestisch
de uitloopvertraging. De sectie is
nu ingesteld, alleen de detectoren
met een reactie „Vertraagde zone"
bieden tijd om de bewaakte zone
te verlaten tijdens de uitloop-
vertraging. De segmentknop van
de ingestelde sectie wordt rood.
2. Druk op de linker segmentknop
van de sectie, die u wilt uitschake-
len.
3. De opdracht wordt uitgevoerd en
de segmentknop zal groen bran-
den om uitgeschakelde secties aan
te geven.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave