DJI Mavic 3E/3T Gebruikershandleiding
1. Tik op het startscherm van DJI Pilot 2 om de vluchtroutebibliotheek te openen, selecteer
Een route maken of Route importeren (KMZ/KML) en selecteer
te maken. Tik op de kaartweergave en sleep het grenspunt om het bereik van het
mappinggebied aan te passen. Tik op
grenspunt toe te voegen en pas de lengte- en breedtegraad van het punt aan in de
parameterinstellingen aan de rechterkant. Tik op
verwijderen en klik op
2. Nadat u de taaknaam hebt ingesteld en de camera hebt geselecteerd om
fotogrammetriegegevens in de lucht te verzamelen, stelt u de volgende parameters voor
de vliegroute in op volgorde:
a. Stel de hoogtemodus (ASL/ALT), de hoogte van de vliegroute, de opstijgsnelheid, de
snelheid van de vliegroute, de hoek van de baan, de actie na voltooiing in en schakel
optimalisatie van de hoogte in.
b. Stel in Geavanceerde instellingen de zijdelingse-overlappingsverhouding, de frontale
overlappingsverhouding, de marge en de fotomodus in.
3. Tik op
om de taak op te slaan en tik op
voeren.
4. Schakel de drone uit nadat de taak is voltooid. Verwijder de microSD-kaart uit de drone
en sluit deze aan op de computer om de genomen foto's en de gegenereerde bestanden
te controleren.
• Bij gebruik van mapping-, oblique- en lineaire taken is de standaard focusmodus van
de camera MF oneindig en is de vervormingscorrectie uitgeschakeld.
• Tijdens een orthofotobewerking wordt aanbevolen om de vliegroutesnelheid aan te
passen aan de maximale waarde en hoogteoptimalisatie in te schakelen.
85
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
in het midden van het grenspunt om een
om alle grenspunten te verwijderen.
om het geselecteerde grenspunt te
om de vluchttaak te uploaden en uit te
om een mappingtaak