DJI Mavic 3E/3T Gebruikershandleiding
De motoren tijdens het vliegen stoppen
Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone neerstorten. De motoren
mogen alleen tijdens het vliegen worden gestopt in een noodsituatie, bijvoorbeeld als de
drone betrokken is bij een botsing, een motor is afgeslagen, de drone in de lucht rolt of de
drone niet meer onder controle is en zeer snel stijgt of daalt. Voer voor het stoppen van de
motoren tijdens het vliegen dezelfde gecombineerde joystickopdracht uit als de opdracht
die gebruikt is voor het starten van de motoren. De standaardinstelling kan worden
gewijzigd in DJI Pilot 2.
Vluchttest
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de achterkant van de drone naar
u toe gericht.
2. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
3. Start DJI Pilot 2 en ga naar de cameraweergave.
4. Wacht tot de zelfdiagnose van de drone is voltooid. Als DJI Pilot 2 geen onregelmatige
waarschuwing geeft, kunt u de motoren starten.
5. Duw de gashendel langzaam omhoog om op te stijgen.
6. Om de drone te landen, laat u de drone boven een vlakke ondergrond stilhangen en
duwt u de gasjoystick voorzichtig omlaag.
7. Druk na de landing de gasjoystick omlaag en houd deze vast. De motoren stoppen na
drie seconden.
8. Schakel eerst de Intelligent Flight Battery uit en daarna de afstandsbediening.
Zorg ervoor dat u de drone vóór het opstijgen op een vlakke en stabiele ondergrond
plaatst. Start de drone NIET vanuit uw handpalm of terwijl u het met uw hand vasthoudt.
33
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.