DJI Mavic 3E/3T Gebruikershandleiding
Navigatieweergave
12
11
10
1. Drone: de houdingsindicator zal draaien naarmate de drone de oriëntatie verandert.
2. Drone-oriëntatie: toont de huidige richting van de drone. Het kompas heeft in totaal
360° en elke richting is 30° van elkaar gescheiden. Het noorden komt overeen met 0 en
360°. Wanneer de drone bijvoorbeeld op nummer 24 wijst, betekent dit dat de drone
240° met de klok mee giert, beginnend in het noorden.
3. Horizontale snelheidsvector van de drone: de witte lijn die zich uitstrekt vanaf het
dronepictogram geeft de vliegrichting aan en hoe snel de drone vliegt.
4. Verticale snelheid (VS): geeft de verticale snelheid van de drone weer bij stijgen of dalen.
5. Altitude (ALT): toont de hoogte van de drone ten opzichte van het punt van opstijgen.
6. Ware hoogte (ASL): geeft de hoogte van de drone ten opzichte van het gemiddelde
zeeniveau weer.
7. Afstand vanaf thuisbasis: geeft de horizontale afstand tussen de thuisbasis en de drone
weer.
8. Oriëntaties van startpunt en afstandsbediening:
a. Geeft de positie van de thuisbasis ten opzichte van de locatie van de drone weer.
Wanneer de horizontale afstand tussen de drone en de thuisbasis meer dan 16 m
bedraagt, wordt het pictogram voor de thuisbasis nog steeds weergegeven en blijft
aan de rand van het navigatiedisplay.
b. Wanneer de relatieve afstand tussen de thuisbasis en de afstandsbediening niet
meer dan 5 m bedraagt, wordt alleen de thuisbasis weergegeven. Wanneer de
relatieve afstand meer dan 5 m is, wordt een blauwe punt weergegeven om de
positie van de afstandsbediening aan te geven. Wanneer de horizontale afstand
tussen de afstandsbediening en de drone meer dan 16 m bedraagt, wordt het
pictogram van de afstandsbediening nog steeds weergegeven en blijft op de rand
van het navigatiescherm staan.
68
©
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
13
1 2
3
9
8
14
7
4
5
6