8 Aanpassing aan de installatie
temperatuur 60 °C en de legionellabescherming wordt niet
uitgevoerd.
Wanneer de gewenste temperatuur onder 60 °C ligt, dan
kunt u de legionellabescherming door instelling van de ge-
wenste temperatuur op een waarde tussen 60 °C en maxi-
maal 70 °C activeren. De automatische cyclus voor het op-
warmen van het water wordt om 22:00 uur geactiveerd.
Wanneer de gewenste temperatuur voor de cyclus niet bin-
nen 24 uur wordt bereikt, dan stopt de cyclus en start op-
nieuw bij de volgende intervaltijd. Als een legionellabescher-
mingscyclus onderbroken wordt door een periode waarin het
bedrijf van de hulpverwarming wordt tegengehouden (hoog-
tarief of tijdprogrammering), wordt de legionellabescher-
mingsfunctie bij de volgende intervaltijd opnieuw gestart.
▶
Neem de geldende aanwijzingen m.b.t. de preventie te-
gen legionellabacteriën in acht.
▶
Draai aan de draaiknop om het interval (in dagen) van
de legionellabescherming in te stellen. PARA METER →
ANTI. LEG. → INST. MENU .
Druk de draaiknop in.
▶
▶
Selecteer het tijdsinterval tussen twee legionellabescher-
mings-opladingen.
Aanwijzing
Het tijdinterval kan tussen 0 en 99 dagen lig-
gen.
Bevestig de selectie door de draaiknop in te drukken.
▶
▶
Druk de menutoets in om bij de oorspronkelijke weergave
te komen.
8.5
Ontlastingsniveau kiezen
Voorwaarde: Kabel voor nachtstroom-/dagstroom-ontlasting aangesloten
Kies de componenten die tijdens het hoog tarief gebruikt
▶
mogen worden.
–
alleen warmtepomp
–
Warmtepomp en verwarmingselement of hulpverwar-
ming van een externe warmteopwekker
▶
Draai aan de draaiknop om de modus in te stellen.
INST. MENU → PARA METER → PROG.DALUU.
◁
0 = geen component mag in hoogtarieftijden in ge-
bruik zijn
1 = alleen de warmtepomp mag in hoogtarieftijden in
◁
gebruik zijn
2 = warmtepomp en verwarmingselement mogen in
◁
hoogtarieftijden in gebruik zijn
Aanwijzing
Bij gebruik van een laagtariefaansluiting moet
u geen aanvullende tijdprogrammering instel-
len.
Druk de menutoets in om bij de oorspronkelijke weer-
▶
gave te komen.
Als u een hoogtariefaansluiting gebruikt, informeer de
▶
gebruiker dan over het optimale energiegebruik.
20
8.6
Minimumtemperatuur instellen
Met de minimumtemperatuurfunctie daalt de warmwatertem-
peratuur niet tot onder 38 °C. De hulpverwarming (verwar-
mingselement) ondersteunt daarbij de warmtepomp tot een
warmwatertemperatuur van 43 °C bereikt is.
Afhankelijk van parameterselectie bij de instelling van het
ontlastingsniveau is de minimale temperatuurfunctie tijdens
dagstroomperiodes onder omstandigheden niet beschikbaar.
INST. MENU → PARA METER → TEMP. MINI
Druk de draaiknop in.
▶
▶
Draai aan de draaiknop en selecteer de warmwatertem-
peratuur van 43 °C.
▶
Bevestig de selectie door de draaiknop in te drukken.
Druk de menutoets in om bij de oorspronkelijke weergave
▶
te komen.
8.7
Ventilatormodus instellen
Draai aan de draaiknop om de modus in te stellen INST.
▶
MENU PARA METER VENT.MODUS.
1 = Ventilatorwerking alleen indien warmtepomp in
◁
werking. Het ventilatortoerental past zich automatisch
aan de behoefte van de warmtepomp aan.
2 = Ventilatorwerking alleen indien warmtepomp in
◁
werking. De ventilator loopt met maximaal toerental.
3 = Ventilatorwerking alleen indien warmtepomp in
◁
werking of indien externe regeling dit toestaat (Hygro-
stat)
8.8
Maximale verwarmingstijd instellen
1.
Als u deze functie inschakelt, wordt de laadtijd van de
warmwaterboiler verkort. INST. MENU → PARA ME-
TER → MAX. TIJD.
2.
Druk de draaiknop in.
3.
Draai aan de draaiknop om de maximale verwarmings-
tijd door de warmtepomp in te stellen (Auto /aantal
uren).
In de modus Auto optimaliseert het product het ge-
◁
bruik van de energiebronnen (warmtepomp en hulp-
verwarming) om het opwarmen binnen 5 uur vanaf
het begin van de lagetarieftijd af te sluiten.
–
Met de instelling Auto gebruikt het product de
hulpverwarming alleen tijdens het laag tarief en
de geprogrammeerde tijdvensters. De warmte-
pomp wordt prioritair gebruikt. De hulpverwar-
ming wordt zo laat mogelijk bijgeschakeld voor
de verwarming.
–
Als het toestel niet aan het hoge-/lagetariefcon-
tact van het energiebedrijf aangesloten is, kan
het toestel het begin van de periode van 5 uur
niet herkennen en de functie Auto blijft dus niet
actief.
◁
In de aantal-uren-modus optimaliseert het product
het gebruik van de energiebronnen (warmtepomp
en hulpverwarming) om de ingestelde temperatuur
binnen n uur vanaf het begin van de opwarming te
bereiken.
–
Hoe korter de maximale verwarmingstijd is in-
gesteld, des te vaker wordt de hulpverwarming
ingeschakeld en des te hoger zijn energiever-
bruik en ook de -kosten.
Installatie- en onderhoudshandleiding MagnaAqua 0020285130_00