De beeldkwaliteit aanpassen
d
Selecteer de voorinstellingsoptie en druk op [Enter].
De volgende instellingen die zijn opgeslagen in de voorinstellingsoptie,
worden toegepast op het beeld.
• Ruisvermindering
• MPEG ruisonderdrukking
• Super-resolution
• Autom. contrast verbeteren
e
Pas elke instelling in het menu Beeld van de projector individueel aan
zoals nodig.
• Om het flikkeren in beelden te verminderen, past u de instelling
Ruisvermindering aan.
• Om ruis of artefacten die zichtbaar zijn in de MPEG-video, past u de
instelling MPEG ruisonderdrukking aan.
• Om een wazig beeld te verminderen dat verschijnt wanneer u een beeld
met lage resolutie projecteert, past u de instelling Super-resolution aan.
• Om een zuiverder en scherper contrast te creëren door het contrast
automatisch aan te passen, past u de instelling Autom. contrast
verbeteren aan.
De instellingswaarde in de voorinstellingsoptie is overschreven.
f
Druk op [Menu] of [Esc] om de menu's af te sluiten.
U kunt ook de instelling Beeldverbetering instellen in het menu Beeld
van de projector.
60