5.3.4 OmniControl aansluiten op meerdere vacuümpompen
Levensgevaar door elektrische schok
Voedingseenheden die niet gespecificeerd zijn of niet zijn goedgekeurd kunnen tot ernstig lichamelijk
letsel of de dood leiden.
► Zorg ervoor dat de voedingseenheid aan de vereisten voor dubbele isolatie tussen de netin-
► Zorg ervoor dat de voedingseenheid aan de vereisten voldoet volgens IEC 61010-1 IEC 60950-1
► Gebruik, indien mogelijk, de originele voedingseenheden of alleen voedingseenheden die aan de
7
Afb. 12:
1 OmniControl met geïntegreerde voedingseenheid
2 "RS-485"-voedingsstekker
3 Turbopomp
4 D-sub-connector
OmniControl aansluiten op meerdere vacuümpompen
1. Zorg voor de juiste voedingsspanning.
2. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar van de voedingseenheid "S1" is uitgeschakeld voor het aan-
3. Steek de 15-polige D-Sub-connectoren van de verbindingskabel in de "remote" connectoren op de
4. Steek de aansluitbus met bajonetaansluiting in de "DC out"-aansluiting van de OmniControl met
5. Sluit de "RS-485" connector aan op de OmniControl.
GEVAAR
gangsspanning en -uitgangsspanning voldoet, in overeenstemming met IEC 61010-1
IEC 60950-1 en IEC 62368-1.
en IEC 62368-1.
geldende veiligheidsvoorschriften voldoen.
6
Voorbeeld: OmniControl met geïntegreerde voedingseenheid aansluiten op meerdere
vacuümpompen
sluiten.
elektronische aandrijfeenheden en maak de connectoren vast.
geïntegreerde voedingseenheid en vergrendel deze.
1
2
4
5
5
Verbindingskabel
6
MVP
7
"DC out"-voedingsstekker
Installatie
3
25/50