5 Installatie
5.1 Installatie voorbereiden
Algemene opmerkingen met betrekking tot de installatie
► Kies een locatie voor installatie waar te allen tijde toegang tot het product en de toevoerleidingen
► Installeer het apparaat rechtop.
► Neem de omgevingsomstandigheden in acht die zijn aangegeven voor het gebruiksgebied.
► Er moet een minimumafstand van 50 mm tussen de bovenste koelroosters en de aangrenzende
► Zorg voor voldoende koelmogelijkheden, bijvoorbeeld in de schakelkast.
5.2 Het apparaat in een rack installeren
Schade veroorzaakt door oververhitting
De omgevingstemperatuur mag de toegestane bedrijfstemperatuur van het eenheid niet overschrij-
den.
► Zorg ervoor dat er een ongehinderde luchtcirculatie is tijdens het installeren van het eenheid.
► Controleer en reinig geïnstalleerde luchtfilters regelmatig, indien van toepassing.
Het apparaat is geschikt voor installatie in een 19 "-montagerek 3HE volgens DIN 41494.
Het apparaat in een rack installeren
1. Installeer de geleiderails zoals nodig is in het rek.
2. Duw het apparaat rechtop helemaal tot aan het frontpaneel in het rek.
3. Bevestig het frontpaneel met de 4 kraagschroeven en de plastic nippels die bij de levering zijn in-
5.3 De elektrische voeding aansluiten
Levensgevaar door elektrische schok
Het aanraken van blootliggende en spanningsdragende elementen veroorzaakt een elektrische
schok. Als de netvoeding onjuist wordt aangesloten, kunnen aan te raken delen van de behuizing on-
der spanning komen te staan. Er bestaat levensgevaar.
► Controleer voor het installeren of de aansluitkabels spanningsvrij zijn.
► Zorg ervoor dat elektrische installaties alleen door gekwalificeerde elektriciens worden uitge-
► Zorg ervoor dat het apparaat naar behoren is geaard.
► Controleer na de aansluitwerkzaamheden de aardingsgeleider.
Levensgevaar vanwege elektrische schok als gevolg van onjuiste installatie
De voeding van het apparaat gebruikt levensgevaarlijke spanningen. Onveilige of onjuiste installatie
kan leiden tot levensbedreigende situaties door elektrische schok als gevolg van het werken met of
aan de eenheid.
► Zorg voor de veilige integratie in een noodstopveiligheidscircuit.
► Voer niet uw eigen conversies of aanpassingen op de eenheid uit.
mogelijk is.
onderdelen worden aangehouden.
begrepen.
GEVAAR
voerd.
WAARSCHUWING
OPMERKING
Installatie
19/50