2
Arts
AlphaVac-huls
voorbereiden/in patiënt
plaatsen
1.
Plaats het huls-/
obturatoruiteinde op de
voerdraad en voer deze op totdat
de voerdraad het distale uiteinde
van de obturator verlaat en
u de voerdraad kunt vastpakken.
2.
Houd de voerdraad stevig op zijn
plaats en voer de huls/obturator
op over de voerdraad en door
de inbrenghuls tot in het vat.
LET OP: Plaats als de
AlphaVac-huls/-obturator
zonder inbrenghuls wordt
gebruikt de AlphaVac-huls/-
obturator op de voerdraad nadat
het vat en/of het inbrengtraject
tot de geschikte diameter is/zijn
gedilateerd. Vervolgens voert
u de huls/obturator op tot in
het vat terwijl u de voerdraad
stevig in de juiste positie houdt.
3.
Navigeer en positioneer voor
extractie het uiteinde van de
huls in een gebied vrij van
trombo-embolieën. Deze positie
maakt het uitvouwen van de
trechter mogelijk voorafgaand
aan aspiratie.
trombo-embolie
huls
4.
Voer het volgende uit nadat
de huls de optimale positie
heeft bereikt:
(1) ONTGRENDEL de
klephendel
(2) en verwijder de obturator
en voerdraad uit de huls.
De huls moet in de
patiënt blijven.
De hemostaseklep zorgt
voor bloedstase.
ONTGRENDELEN
LET OP: De AlphaVac-huls
mag niet worden opgevoerd/
genavigeerd tenzij de obturator
EN voerdraad zich op hun plaats
bevinden.
•
De AlphaVac-huls is in het
volgende geval klaar voor de
handgreep en canule:
CONTROLEREN EN
VERZEKEREN
•
De huls is weg van trombo-
embolieën geplaatst.
•
De obturator en voerdraad
zijn uit de huls verwijderd.
De huls is klaar voor de
handgreep en canule
8
Verwijderen