Bedienings-/indicatorpaneel
Signaalontvanger
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
Er weerklinken ontvangsttonen wanneer er
signalen worden ontvangen, die de goede
ontvangst bevestigen.
• Start van de werking...2 korte
bieptonen
• Wijziging instelling...1 korte
bieptoon
• Einde van de werking...1 lange
bieptoon
Afstandsbediening
Signaalzender
• Zendt signalen uit naar de eenheid.
• De eenheid kan geen signalen ontvangen als er
iets de signalen tegenhoudt, zoals een gordijn.
• Maximaal zendbereik is ongeveer 6 m (in rechte
lijn).
Knop VOCHT AAN/UIT
Telkens u op deze knop drukt wordt het
bevochtigen AAN of UIT gezet. ► Pagina 16
Knop VOCHT
Druk om cyclisch om te schakelen tussen de
instellingen van de vochtigheid. ► Pagina 16
Knop HELDERHEID
Druk om cyclisch om te schakelen tussen de
helderheidsniveaus (HELDER, GEDIMD, UIT*).
* Niet alle lampen zijn uitgeschakeld. ► Pagina 19
Knop VENTILATOR/MODUS
Druk om cyclisch om te
schakelen tussen instellingen
van de VENTILATOR en MODI.
► Pagina 16-18
Knop VOCHT AAN/UIT
Telkens u op deze knop drukt
wordt het bevochtigen AAN of
UIT gezet. ► Pagina 16
Knop AAN/UIT
Druk op de knop om het vermogen AAN of UIT te
zetten. ► Pagina 15
Knop VENTILATOR
Druk om cyclisch om te schakelen tussen de
instellingen van de VENTILATOR. ► Pagina 16
Knop MODUS
Druk om cyclisch om te schakelen tussen de
MODI. ► Pagina 17, 18
Knop VERGRENDELEN
Dit voorkomt verkeerde bediening door kleine
kinderen. ► Pagina 19
Eerst lezen
Knop AAN/UIT
Druk op de knop om het
vermogen AAN of UIT te zetten.
► Pagina 15
8