Nuttige functies
Nuttige functies
Afstandsbediening
De eenheid gebruiken in een MODUS
Selecteer een specifieke MODUS volgens uw behoeften.
De luchtstroom wordt automatisch aangepast wanneer de eenheid in een MODUS wordt gebruikt.
Afstandsbediening
Druk op
.
• Telkens u drukt, wordt cyclisch omgeschakeld tussen de MODUS-lampen [groen].
(AUTO VENTILATOR)
Eenheid
Druk op
.
• Telkens u drukt, wordt cyclisch omgeschakeld tussen de MODUS-lampen [groen] en de VENTILATOR-lampen [groen].
(AUTO VENTILATOR)
(Turbo)
Opmerking
• De bevochtiger wordt AAN gezet wanneer u de MODUS VOCHT selecteert.
• Als de instelling VENTILATOR op Stil is ingesteld of AUTOMATISCHE MODUS VENTILATOR wordt geselecteerd nadat de eenheid een
tijdje in MODUS VOCHT heeft gewerkt, dan gaat het bevochtigen door.
(Het vochtigheidsniveau wordt dan het niveau geselecteerd voordat de MODUS VOCHT werd geactiveerd.)
17
Eenheid
(ECON.)
(ANTISTUIFMEEL)
MODUS
(ECON.)
(ANTISTUIFMEEL)
(Standaard)
(Laag)
VENTILATOR
(VOCHT)
(VOCHT)
(Stil)