Geavanceerde instellingen
Geavanceerde instellingen
Als het geluid dat weerklinkt wanneer de lamp van de watertoevoer aan gaat u stoort
Instelling meldingstoon
Instellingsprocedures
Houd
ongeveer 3 seconden ingedrukt terwijl de voedingsstekker is aangesloten en de
eenheid is uitgeschakeld.
• Telkens
ongeveer 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, schakelt de instelling om tussen AAN en UIT.
[Wanneer de instelling is omgeschakeld naar UIT]
Een korte bieptoon weerklinkt en de lamp van de vochtigheid
ongeveer 5 seconden.
[Wanneer de instelling is omgeschakeld naar AAN]
Een korte bieptoon weerklinkt en de lamp van de vochtigheid
5 seconden aan.
Opmerking
• Deze functie is nuttig voor gebruik terwijl u slaapt, enz.
• De instellingen blijven in het geheugen, ook als de stekker van de eenheid uit het stopcontact wordt gehaald.
• Het alarm van de foutmelding kan niet worden uitgeschakeld.
Wanneer de gevoeligheid van de stof-/PM2.5-sensor niet aan uw voorkeuren beantwoordt
Instelling gevoeligheid stof-/PM2.5-sensor
Instellingsprocedures
1.
Houd
op de eenheid gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt en wanneer een korte bieptoon weerklinkt,
drukt u op
• De wijziging van de instelling kan worden uitgevoerd wanneer de eenheid aan of uit staat.
2.
Laat beide knoppen los wanneer een korte bieptoon weerklinkt.
• Een van de VENTILATOR-lampen (
gaat de lamp die overeenkomt met de momenteel ingestelde gevoeligheid aan.
3.
Druk op
op de eenheid om de instelling van de gevoeligheid te wijzigen.
• Telkens u drukt, wordt cyclisch omgeschakeld tussen de VENTILATOR-lampen, zodat u de gevoeligheid kunt wijzigen.
Om de gevoeligheid in te stellen op Hoog
Selecteer de VENTILATOR-lamp
Om de gevoeligheid in te stellen op Laag
Selecteer de VENTILATOR-lamp
• De instelling is aangegeven met behulp van de VENTILATOR-lampen. Als de VENTILATOR-lampen niet wijzigen, haalt u de
voedingsstekker van de eenheid uit het stopcontact, wacht minstens 5 seconden, steek daarna de voedingsstekker opnieuw in het
stopcontact en herhaal de bovenstaande procedure vanaf het begin.
4.
Druk op
op de afstandsbediening na selectie van de nieuwe instelling.
• Een korte bieptoon weerklinkt en de nieuwe instelling knippert. Haal de voedingsstekker van de eenheid uit het stopcontact terwijl de
lamp knippert, wacht minstens 5 seconden en steek daarna de voedingsstekker opnieuw in het stopcontact. Nu is de instelling voltooid.
• Als deze procedure niet wordt uitgevoerd, keert de eenheid niet terug naar de normale werkwijze.
Opmerking
• De instellingen blijven in het geheugen, ook als de stekker van de eenheid uit het stopcontact wordt gehaald.
21
Eenheid
Afstandsbediening
op de afstandsbediening terwijl u op
(Laag),
(Turbo).
(Laag).
(Standaard) knippert gedurende
(Standaard) gaat gedurende ongeveer
Eenheid
op de eenheid drukt.
(Standaard),
(Turbo)) knippert gedurende ongeveer 5 seconden en vervolgens
Hoog
(Turbo)
Normaal
(Standaard)
Laag
(Laag)
*Instelling bij aankoop
AAN*
AAN*
*Instelling bij aankoop
Hoog
Hoog
De sensor is zeer
gevoelig.
Instelling bij
aankoop
De sensor is licht
gevoelig.
UIT
UIT
Knipperend
Aan
Normaal*
Normaal*
Laag
Laag