Faxfuncties
30
Een verzonden fax doorsturen naar een andere
bestemming
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax. Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
• Ongeacht of u een kleurenfax hebt verzonden of ontvangen, worden
de gegevens doorgestuurd in grijstinten.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner.
2
Druk op
(faxen) >
Fax > Naar ander nr. > Aan op het bedieningspaneel.
De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 8).
3
Voer het ontvangende faxnummer in en druk op OK.
(Menu) > Faxfunctie > Doorsturen >
4
Druk op
(Stoppen/Wissen) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het
opgegeven faxapparaat.
31
Ontvangen faxen doorsturen
U kunt het apparaat instellen om een ontvangen of verzonden fax naar een
andere bestemming te verzenden per fax. Deze functie is nuttig als u een
fax wilt ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
Ongeacht of u een kleurenfax hebt verzonden of ontvangen, worden de
gegevens doorgestuurd in grijstinten.
1
Druk op
(fax) >
> Ontv. en doorst. > Doorsturen op het bedieningspaneel.
De optie Fax is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of
optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 8).
2
Selecteer Fax als u wilt dat het apparaat de fax afdrukt nadat het
deze heeft doorgestuurd.
(Menu) > Faxfunctie > Doorsturen > Fax
4. Speciale functies
235