Draadloos netwerk instellen
•
Voer de naam van het draadloze netwerk in: Voer de SSID in (de
SSID is hoofdlettergevoelig).
•
Werkingsmodus: Selecteer Ad-hoc.
•
Kanaal: selecteer het kanaal.(Auto-inst. of 2.412 tot 2.467 MHz).
•
Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en codering wordt
gebruikt als gegevensbeveiliging vereist is.
Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt.Een apparaat met de juiste
WEP-sleutel heeft toegang tot tot het netwerk.
•
Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64 of WEP128).
•
Netwerksleutel: geef de sleutelwaarde van de netwerkcodering in.
•
Netwerksleutel bevestigen:: bevestig de sleutelwaarde van de
netwerkcodering.
•
WEP-sleutelindex: Als u WEP-codering gebruikt, selecteert u de
juiste WEP-sleutelindex.
Het beveiligingsvenster voor het draadloze netwerk verschijnt als het
ad-hocnetwerk een beveiligingsinstelling heeft.
Het beveiligingsvenster voor het draadloos netwerk
verschijnt.Selecteer Open syst. of Ged. sleutel voor de verificatie en
klik op Volgende.
• WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
ervoor zorgt dat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen tot uw
draadloze netwerk.Via WEP wordt het gegevensgedeelte van elk
pakket dat via een draadloos netwerk wordt verzonden met een 64-
bits of 128-bits WEP-coderingssleutel gecodeerd.
9
Het venster Instellingen draadloos netwerk bevestigen wordt
geopend. Controleer de instellingen en klik op Volgende.
2. Een netwerkapparaat gebruiken
171