Programmering
Verloop van een alarmoproep
Hulpzoekende persoon
Alarmtoets indrukken.
Toestel wordt automatisch ingesteld op
handenvrij spreken.
Gesprek beëindigen.
Luidsprekertoets indrukken.
Opmerkingen:
Indien de verbinding tijdens het handenvrij spreken ontoereikend is, kan de ontvanger van
de alarmoproep op „Wisselspreken", door gebruik te maken van de volgende cijfers:
- Cijfertoets 4 indrukken: de ontvanger hoort de hulpzoekende persoon.
- Cijfertoets 6 indrukken: de ontvanger kan spreken.
- De ontvanger kan met de toetsen 4 en 6 heen en weer schakelen.
- Cijfertoets 5 indrukken: het handenvrij spreken is weer ingeschakeld.
GEVAAR
Het kiezen van een alarmnummer kan niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd. Het telefoonnet kanbijvoorbeeld uitvallen of het
zenden van de handzender naar het toestel kan worden verstoord. De
alarmfunctie dient bij levensgevaarlijke situaties niet zonder een
eventueelextra toestel te worden gebruikt.
VOORZICHTIG
Let op: het toestel van de alarmoproep-ontvanger moet zijn ingesteld
op de kiesmethode TDK (DTMF). Dit is een voorwaarde om een
spraakverbinding naar de hulpzoekende op te kunnen bouwen.
Alarmoproep-ontvanger
TDK- toestel signaleert. De hoorn van
het toestel nemen. Het alarmbericht* is te
horen. Cijfer 5 indrukken (beantwoorden).
Alarmbericht* stopt.
Gesprek met de hulpzoekende persoon.
28