Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beurer BC 54 Gebruiksaanwijzing pagina 13

Verberg thumbnails Zie ook voor BC 54:
Inhoudsopgave

Advertenties

wordt de bloeddrukmeter na 5 seconden automatisch
uitgeschakeld.
• Als u vergeet het apparaat uit te schakelen, dan wordt
het automatisch uitgeschakeld. Ook in dit geval wordt
de waarde in het geselecteerde of het laatst gebruikte
gebruikersgeheugen opgeslagen.
• Wacht minstens 1 minuut voordat u een
nieuwe meting uitvoert!
Resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele hartritme-
stoornissen identificeren. Indien dergelijke stoornissen
worden vastgesteld, wordt dit na de meting met het sym-
bool
aangegeven.
Dit kan wijzen op aritmie. Aritmie is een aandoening waar-
bij het hartritme abnormaal is als gevolg van fouten in het
bio-elektrische systeem dat de hartslag stuurt. De symp-
tomen (overslaand hart of voortijdige hartslagen, lang-
zame of te snelle hartslag) kunnen onder meer het ge-
volg zijn van hartaandoeningen, ouderdom, lichamelijke
aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of
slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend worden vastgesteld
door medisch onderzoek.
Herhaal de meting als het symbool
het display wordt weergegeven. Let erop dat u 5 minuten
rust moet nemen en dat u tijdens de meting niet spreekt
of beweegt. Raadpleeg uw arts als het symbool
wordt weergegeven. Zelf een diagnose stellen of een
behandeling starten op basis van de meetresultaten kan
gevaarlijk zijn. Volg altijd de aanwijzingen van uw arts op.
Risico-indicator:
De meetresultaten kunnen overeenkomstig de volgende
tabel geclassificeerd en beoordeeld worden.
Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend wor-
den opgevat als algemene richtlijn, omdat de bloeddruk
per persoon en ook per leeftijdsgroep enz. kan verschillen
of afwijken.
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Uw arts brengt
u op de hoogte van uw persoonlijke waarden voor een
normale bloeddruk en van de waarde vanaf wanneer de
bloeddruk als gevaarlijk moet worden geclassificeerd.
Het staafdiagram op het display en de schaalverdeling op
het apparaat geven aan binnen welk gebied de vastgestelde
bloeddruk zich bevindt. Als de systolische en diastolische
waarden zich in twee verschillende gebieden bevinden
(bijv. systolisch in het gebied "hoog-normaal" en dia-
stolisch in het gebied "normaal"), dan geeft de grafische
classificatie op het apparaat altijd het hoogste gebied
weer; in het beschreven voorbeeld is dat "hoog-normaal".
na de meting op
13
vaak

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

650.54

Inhoudsopgave