7. Gebruik
Laat het apparaat op kamertemperatuur komen, voordat
u met de meting begint. U kunt de meting bij de linker- of
de rechterpols uitvoeren.
Manchet aanbrengen
1
2
• Ontbloot uw pols. Zorg ervoor dat de doorbloeding
van de arm niet wordt belemmerd door bijvoorbeeld te
strakke kledingstukken.
• Breng de manchet aan op de binnenkant van uw pols.
• Sluit de manchet met de klittenbandsluiting, zodat de
bovenkant van het apparaat zich ca. 1 cm onder de bal
van de hand bevindt.
• De manchet moet strak rond de pols zitten, maar mag
niet knellen.
De bloeddruk kan verschillen bij de rechter- en de
linkerarm en daardoor kunnen de gemeten bloed-
drukwaarden ook verschillen. Voer de meting altijd bij
dezelfde arm uit. Als het verschil tussen de waarden
Juiste lichaamshouding aannemen
• Rust voorafgaand aan de eerste bloeddrukmeting altijd
• U kunt de meting zittend of liggend uitvoeren. Zorg er-
3
• Om een juist resultaat te verkrijgen, is het belangrijk dat
11
van beide armen zeer groot is, dient u met uw arts
te overleggen welke arm u voor de meting moet ge-
bruiken.
5 minuten uit! Anders ontstaan er mogelijk afwijkingen.
voor dat u tijdens de bloeddrukme-
ting comfortabel zit. Ondersteun uw
rug en armen. Ga niet met gekruiste
benen zitten. Plaats uw voeten plat
op de grond. Ondersteun en buig
uw arm. Zorg er in ieder geval voor
dat de manchet zich ter hoogte van uw hart bevindt.
Anders ontstaan er mogelijk aanzienlijke afwijkingen.
Ontspan uw arm en de handpalmen.
Voor een comfortabelere meting
kunt u uw onderarm tijdens de
meting op de opbergbox leggen.
u tijdens de meting rustig blijft en niet spreekt.