Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

JVC XV-N412S Gebruiksaanwijzing pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellen van het beeldkarakter (VFP)
Met de VFP (Video Fine Processor) functie kunt u het
beeldkarakter wijzigen overeenkomstig het type programma, de
beeldtinten en uw persoonlijke voorkeur.
1
Druk tijdens afspelen op VFP -
PROGRESSIVE SCAN.
Het VFP-functie selectievenster verschijnt op het TV-scherm.
2
Druk op 2/3 om de gewenste instelling te
selecteren.
Bij enkele malen indrukken van de toets verandert de VFP-
functie zoals hieronder is aangegeven.
Selecteer het beeldtype dat het meest geschikt is voor het
huidige programma en de omstandigheden in de kamer.
NORMAL
CINEMA
Geselecteerde instelling
USER 1
DNR
DIGIPURE
GAMMA
BRIGHTNESS
CONTRAST
SATURATION
TINT
SHARPNESS
Parameter
[NORMAL]: Voor het kijken naar de TV in een normale
kamer.
[CINEMA]: Voor het kijken naar een speelfilm in een kamer
met gedempte verlichting.
[USER 1] [USER 2]: U kunt de parameters die het
beeldkarakter bepalen zelf instellen en het resultaat als
een gebruiker-instelling opslaan. Zie de volgende stap
voor nadere bijzonderheden.
3
Om een gebruiker-instelling op te geven,
selecteert u met 5/∞ de parameter die u wilt
wijzigen.
• DNR (digitale ruisonderdrukking)
Stel af als u "muggenruis" waarneemt (ruis die willekeurig
verschijnt langs de randen van digitaal gecomprimeerde
beelden).
Instelbereik: 0 tot +1.
• DIGIPURE
Stel af als u de helderheid van beelden wilt verbeteren.
Instelbereik: 0 tot +3.
• GAMMA
Stel af als de neutrale kleurvlakken erg helder of donker
zijn. De helderheid van de andere donkere en heldere
partijen blijft bewaard.
Instelbereik: –4 (donker) tot +4 (helder).
• BRIGHTNESS
Stel af als het totale beeld te helder of te donker is.
Instelbereik: –16 (donker) tot +16 (helder).
• CONTRAST
Stel af als het contrast van het beeld onnatuurlijk is.
Instelbereik: –16 tot +16.
• SATURATION
Stel af als het beeld wit- of zwartachtig is.
Instelbereik: –16 (zwart) tot +16 (wit).
• TINT
Stel af als de huidtinten onnatuurlijk zijn.
Instelbereik: –16 tot +16.
• SHARPNESS
Stel af als het beeld niet scherp is.
Instelbereik: 0 tot +3.
USER 1
USER 2
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
+ 3
4
Druk op ENTER.
Er verschijnt een venster voor het instellen van de parameter.
SATURATION
+ 4
Geselecteerde parameter
5
Druk op 5/∞ om de parameter in te stellen.
Bij een hogere waarde is het effect sterker.
6
Druk op ENTER.
Herhaal de stappen 3 t/m 6 om nog andere parameters in te
stellen.
Verbergen van het VFP-functie selectievenster
Druk op VFP - PROGRESSIVE SCAN.
OPMERKING
Het VFP-functie selectievenster en het parameter-instelvenster
verdwijnen als er gedurende ongeveer 10 seconden geen
bedieningshandeling wordt verricht.
Simuleren van surround geluid (3D
PHONIC)
Met de 3D PHONIC functie wordt via uw stereo-installatie een
surround effect gesimuleerd.
1
Druk tijdens de weergave op 3D PHONIC.
Het 3D PHONIC venster verschijnt op het TV scherm.
2
Druk op 2/3 om de gewenste instelling te
selecteren.
Bij elke volgende druk op de toets verandert de 3D PHONIC
instelling als volgt:
ACTION
DRAMA
ACTION
+ 5
4
Geselecteerde effect
• ACTION
Geschikt voor actiefilms en sportprogramma's waarbij het
geluid zich dynamisch verplaatst.
• DRAMA
Voor een natuurlijk, warm geluid. Geschikt om in een
ontspannen sfeer van films te genieten.
• THEATER
Met deze instelling kunt u van geluidseffecten genieten
alsof u zich in een theater bevindt.
3
Druk op 5/∞ om het effectniveau in te stellen.
U kunt het effectniveau instellen tussen [1] en [5].
Bij een hogere waarde is het effect sterker.
Sluiten van het 3D PHONIC venster
Druk op 3D PHONIC.
OPMERKINGEN
• Het 3D PHONIC venster verdwijnt als er gedurende ongeveer
10 seconden geen handeling wordt verricht.
• De 3D PHONIC functie werkt alleen correct bij het afspelen van
een DVD VIDEO disc die is opgenomen met Dolby Digital.
• Bij het afspelen van een DVD VIDEO disc die is opgenomen
met Dolby Digital maar die geen signaal bevat voor het kanaal
achter, kunt u de 3D PHONIC instelling wel wijzigen, maar zal
het juiste 3D-effect niet worden verkregen.
• De 3D PHONIC functie heeft geen invloed op het Dolby Digital
bitstroom signaal van de DIGITAL OUT aansluiting.
• Wanneer de 3D PHONIC functie actief is, is de [ANALOG
DOWN MIX] instelling van het [AUDIO] instelmenu niet
beschikbaar.
THEATER
NONE
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave