7
Hervatten van de weergave vanuit de
stopstand (hervattingsfunctie)
De speler kan de weergave hervatten vanaf het punt waar deze
werd onderbroken, zolang de disc waarbij het afspelen werd
onderbroken nog in de disclade is.
Bij het in gebruik nemen van de speler staat de hervattingsfunctie
van de speler op ON.
Wanneer de hervattingsfunctie op ON staat, onthoudt de speler
de plaats op de disc waar het afspelen wordt onderbroken.
• Wanneer u op 7 drukt om het afspelen te onderbreken,
verschijnt [RESUME STOP] op het TV-scherm en licht de
[RESUME] indicator in het display op.
• Wanneer u opnieuw begint met afspelen, wordt
[RESUME PLAY] op het TV-scherm aangegeven.
Tip
Het onderbrekingspunt zal niet gewist worden wanneer u de
speler uitschakelt.
Om de disc vanaf het begin af te spelen
Druk op 7 terwijl de disc gestopt is.
Het onderbrekingspunt wordt uit het geheugen gewist.
Druk vervolgens op 3 (SELECT).
OPMERKINGEN
• De speler onthoudt het onderbrekingspunt ook wanneer u de
speler uitschakelt.
• Het onderbrekingspunt wordt gewist wanneer de disclade wordt
geopend.
12
Wijzigen van de instelling voor de
73
onderbrekingsfunctie
Er zijn drie instellingen voor de onderbrekingsfunctie: ON, OFF
en DISC RESUME.
• U kunt de gewenste instelling op het voorkeurenscherm
selecteren (Zie blz. 28).
Als de onderbrekingsfunctie op "OFF" staat
Het afspelen begint altijd bij het begin van de disc.
Als de onderbrekingsfunctie op "DISC RESUME" staat
De speler onthoudt de onderbrekingspunten voor de laatste 30
discs die zijn afgespeeld. Als er meer onderbrekingspunten in het
geheugen worden opgeslagen, wordt het oudste
onderbrekingspunt gewist bij het opslaan van een nieuw
onderbrekingspunt.
Wanneer u de disclade opent of de speler uitschakelt, zullen de
onderbrekingspunten niet uit het geheugen gewist worden.
OPMERKINGEN
3
(SELECT)
• Als u de [RESUME] instelling verandert van [DISC RESUME]
naar [OFF] of [ON], kunt u het afspelen niet hervatten voor een
disc waarvoor een onderbrekingspunt is vastgelegd. Wanneer u
[RESUME] weer op [DISC RESUME] zet, kunt u de
hervattingsfunctie wel weer voor de disc gebruiken.
• Als u het afspelen onderbreekt van een disc waarvoor reeds
een onderbrekingspunt in het geheugen is vastgelegd, zal het
nieuwe onderbrekingspunt in het geheugen worden vastgelegd.
• Bij een dubbelzijdige DVD VIDEO disc beschouwt de speler
beide kanten als afzonderlijke discs. Om het afspelen bij een
dergelijke disc op de juiste plaats te hervatten, moet u ervoor
zorgen dat de disc met dezelfde kant naar beneden in de speler
wordt geplaatst.
• Wanneer de speler het onderbrekingspunt voor een disc
onthoudt, zullen tevens de instellingen voor de gesproken taal,
ondertiteling en camerahoek in het geheugen worden bewaard.
• Het kan gebeuren dat het afspelen niet precies bij het
onderbrekingspunt wordt hervat. Bij een SVCD/video-CD disc
met PBC-functie is het mogelijk dat het afspelen wordt hervat
op een punt dat iets verder vooruit of terug ligt dan het punt
waar het afspelen werd onderbroken.
Betreffende de beeldscherm-pictogrammen
Het is mogelijk dat een van de onderstaande pictogrammen op
het beeld verschijnt. Deze pictogrammen hebben de volgende
betekenis.
U kunt de instelling veranderen zodat de beeldscherm-
pictogrammen niet op het TV-scherm verschijnen (Zie blz. 28).
Betreffende de schermbeveiligingsfunctie
Als een statisch beeld gedurende langere tijd op een
televisiescherm wordt weergegeven, kan dit inbranden van het
beeld in het scherm veroorzaken. Om dit te voorkomen,
activeert deze speler automatisch de
schermbeveiligingsfunctie wanneer een statisch beeld, zoals
een beeldschermdisplay of een menu, langer dan 5 minuten
wordt weergegeven terwijl er geen toets wordt ingedrukt.
Wanneer de schermbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd, zal
het beeld donkerder worden.
Bij indrukken van een willekeurige toets komt de
schermbeveiligingsfunctie te vervallen. U kunt de
schermbeveiligingsfunctie op ON of OFF zetten (Zie blz. 27).
: Verschijnt bij het beginnen met afspelen.
: Verschijnt wanneer het apparaat in de pauzestand
wordt gezet.
: Verschijnt bij het beginnen met versnelde
voorwaartse of achterwaartse weergave met de
ingestelde snelheid (Zie blz. 13).
: Verschijnt bij het beginnen met vertraagde weergave
met de ingestelde snelheid (Zie blz. 13).
: Verschijnt bij een scène die is opgenomen vanuit
meerdere camerahoeken (Zie blz. 18).
: Verschijnt bij een scène die is opgenomen met
meerdere gesproken talen (Zie blz. 18).
: Verschijnt bij een scène die is opgenomen met
ondertiteling in meerdere talen (Zie blz. 17).