Figuur 35
Vijf aan elke kant
Figuur 36
Figuur 37
Figuur 38
Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter om de 100 bedrijfsuren.
1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit, zet
de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
2. Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3. Klem de slangen af aan beide zijden van het
brandstoffilter om te voorkomen dat er benzine uit de
slangen stroomt als u het filter verwijdert.
4. Plaats een opvangbak onder het filter.
5. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar toe
en schuif ze weg van het filter (Fig. 39).
6. Trek het filter uit de brandstofslangen.
4
3
Figuur 39
1. Slangklem
2. Brandstofslang
7. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen
terug tot dicht bij het filter.
Zorg ervoor dat de pijl voor de stroomrichting naar de
motor wijst.
34
1
2
m–3365
3. Filter
4. Pijl voor stroomrichting