4
(Bij opname van cassette of een externe bron)
Instellen opnameniveau.
Voor de opname stelt u het opnameniveau in. Gebeurt dit niet
of niet juist, dan kan de opname later vervormd klinken of veel
ruis bevatten.
1. Speel de bron af (cassette of een externe bron) die u gaat
opnemen.
2. Stel het opnameniveau in met REC LEVEL zodat bij de luidste
passages zoveel mogelijk blokjes oplichten maar de "OVER"
indicaties in de piekmeter nooit.
< Verschillende bronnen die kunnen worden opgenomen
hebben verschillende niveaus. Om een opname te krijgen
met een optimaal niveau voor elke bron en een gelijkmatig
resultaat, is het noodzakelijk voor elke bron opnieuw in te
stellen.
< Bij opname van CD hoeft het opnameniveau doorgaans niet
te worden aangepast en daarom kan dit ook niet worden
ingesteld.
5
Voorbereiden van de bron.
Opnemen van CD
Om alle nummers/bestanden van een CD op te nemen, stopt u
eerst de disc. Om slechts een paar van de nummers/bestanden
van een CD op te nemen, pauzeert u aan het begin van het deel
dat u wilt opnemen.
Ook kunt u nummers opnemen in een geprogrammeerde
volgorde. Meer informatie over programmeren vindt u op
pagina 101.
Opnemen van cassette
Om een hele cassette op te nemen, spoelt u de band terug naar
het begin. Om vanaf een andere positie op te nemen spoelt u
naar de beoogde positie en zet de cassette daar op stop of pauze.
Opnemen van een externe bron
Bereid de bron voor op de opname.
Voorbeeld:
Kies de bron op de versterker.
Kies de weergavebron in een aangesloten speler.
Om van een tuner op te nemen, eerst de zender afstemmen.
6
Druk nogmaals op RECORD USB om de opname te starten.
Bij opname van een externe bron dient ook die bron te worden
gestart.
Als de opnamebron een CD of cassettetape is, wordt deze bron
automatisch afgespeeld.
o Door op USB Pauze (9) of USB Afspelen (t) te drukken
wordt opname gestart.
De rode indicatie boven RECORD USB licht op en het
in de display brandt constant.
o Wanneer het USB-flashgeheugen geen opslag ruimte meer
heeft stopt de opname automatisch.
o Om de opname te pauzeren, drukt u op USB Pauze (J).
Nogmaals indrukken om de opname te vervolgen.
Door op de toets RECORD USB of USB Afspelen (t) te drukken
wordt het opnemen ook voortgezet. U kunt de opname ook
voortzetten door op de juiste toets Afspelen te drukken als de
opnamebron een CD of cassettetape is.
o U kunt het geluid van een op dit apparaat aangesloten micro-
foon bijmixen tijdens opnamen (pagina 114).
o U kunt het geluid van een op dit apparaat aangesloten micro-
foon niet bij mixen tijdens opname van een CD op een USB-
flashgeheugen.
Opnemen van CD of cassette
Wanneer de bron stopt, stopt automatisch ook de opname. Om
zelf de opname te stoppen, drukt u op USB Stop (H). Dit stopt
ook de weergave van de bron.
o Bij opnemen van een CD op een USB-flashgeheugen kan
het gecontroleerde geluid haperen afhankelijk van het typ
USB-flashgeheugen, maar dit heeft geen invloed op de opge-
nomen gegevens.
Opnemen van een externe bron
Wanneer de bron stopt, stopt de opname NIET automatisch. Om
zelf de opname te stoppen, drukt u op USB Stop (H).
icoon
109