6.15 Uitleg menu SYSTEEMTEST (Niet bij alle
uitvoeringen)
Uitleg menu SYSTEEMTEST (Niet bij alle uitvoeringen)
In het menu SYSTEEMTEST kan een systeemtest
worden gestart.
(MENU>Login>SYSTEEMTEST)
SYSTEEMTEST
AFGEBROKEN
3
MAX.ONDER 150 m
/h
3
Preset 3 afvoer (m
/h)
ACTUEEL (GEWENST)
3
/h)
Preset 3 toevoer (m
ACTUEEL (GEWENST)
Betekenis
Deze fout moet worden opgelost om de
systeemtest uit te voeren. Als deze fout
wordt getoond kunnen fouten van de
voorverwarmer en bypass niet worden
opgelost.
Mogelijke oorzaken:
■ STAND HOOG lager dan 150 m
ingesteld
■ Stel STAND HOOG minimaal in op
160m³/h
■ Luchtvolume van de ventielen is niet
goed ingesteld (ventielen te dicht
gedraaid)
■ Luchtkanalen hebben te veel weerstand
■ Buitenluchtrooster is geblokkeerd
■ HOOGTE TOV ZEENIVEAU is onjuist
ingevoerd
■ Filters zijn vervuild
■ Warmtewisselaar is bevroren
Het luchtvolume wordt lager ingesteld aan
de toevoerzijde (ODA & SUP).
Accepteer dit of verminder de
luchtweerstand van de toevoerzijde van
het systeem. Voer vervolgens opnieuw een
systeemtest uit.
Mogelijke oorzaken:
■ Luchtvolume van de toevoerventielen
is niet goed ingesteld (ventielen te dicht
gedraaid)
■ Luchtkanalen hebben te veel weerstand
■ Buitenluchtrooster is geblokkeerd
■ HOOGTE TOV ZEENIVEAU is onjuist
ingevoerd
■ Filters zijn vervuild
Het luchtvolume is lager dan ingesteld aan
de afvoerzijde (ETA en EHA).
Accepteer dit of verminder de
luchtweerstand aan de afvoerzijde van het
systeem. Voer vervolgens opnieuw een
systeemtest uit.
Mogelijke oorzaken:
■ Luchtvolume van de afvoerventielen is
niet goed ingesteld (ventielen te dicht
gedraaid)
■ Luchtkanalen hebben te veel weerstand
■ HOOGTE TOV ZEENIVEAU is onjuist
ingevoerd
■ Filters zijn vervuild
■ Warmtewisselaar is ingevroren
6.16 Uitleg menu FABRIEKSRESET
De fabrieksinstellingen van het toestel zijn permanent
opgeslagen in de besturingsprint. Met behulp van de
fabrieksreset kunnen deze instellingen weer worden
teruggezet op het toestel. Alle gewijzigde instellingen
zullen hiermee permanent worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen. Het toestel zal zich na de reset
weer gedragen alsof deze voor het eerst na productie
aangezet wordt. De luchthoeveelheid, analoge ingang
en RF bedieningen zullen opnieuw ingesteld/ingeregeld
moeten worden.
Indien alleen de storingscodes gereset moeten worden
gebruik dan de resetfunctie in het menu errors op het
3
/h
eerste menuscherm.
6.17 Uitleg regelingen (enkel bij gebruik
sensoren)
Wat is de METHODE REGELEN?
Bij regelen wordt getracht om het ingestelde setpoint
te behouden. Als het binnen komende signaal van het
gewenst setpoint afwijkt zal het toestel het uitgaande
signaal aanpassen om tot de gewenste setpoint te
komen.
Wat is POSITIEF REGELEN?
Bij positieve regeling zal er worden opgetoerd als de
meting lager is dan het ingestelde setpoint. Bij een
hogere meting zal er worden afgetoerd. De meeste
druksensoren maken gebruik van een positieve regeling.
Snelheid
Wat is NEGATIEF REGELEN?
Bij negatieve regeling zal er worden opgetoerd als de
meting hoger is dan het ingestelde setpoint. Bij een
lagere meting zal er worden afgetoerd.
Snelheid
Wat is de METHODE STUREN?
Bij sturen levert een binnenkomt signaal en standaard
uitgaand signaal op.
Signaal
Signaal
NL - 21