6.4 Inregelen van de RF bedieningen (optioneel)
Voor het gebruiken van de RF bedieningen moet het toestel voorzien zijn van een RF-print. Deze moet apart worden
besteld en kan achteraf worden gemonteerd.
Standaard is het laatste gegeven signaal leidend.
Controleer of aan alle installatievoorwaarden is voldaan:
1
2
Indien RF ACTIVATIE ingesteld op AAN:
Stel de RF ACTIVATIE op het display van de
unit in op UIT. (MENU > SERVICEMENU > RF
INSTELLING > ACTIVATIE)
De spanning wordt nu verwij derd van de RF
print.
5A
Timer RF: Houd de drukknop "10 min" &
drukknop "Timer OFF" tenminste 6 sec. tegelij k
ingedrukt.
7
Luchtdebiet van het toestel wij zigt (zie display van het toestel): Aanmelden gelukt.
Luchtdebiet van het toestel wij zigt niet (zie display van het toestel): Ga terug naar stap 2.
Elke RF bediening moet apart worden aangemeld.
Ga voor elke extra RF bediening dus terug naar stap 2.
18 - NL
a) Kies de plaats van de RF bediening(en) en het toestel zo, dat zich er geen grote metalen
objecten tussen bevinden.
b) Een RF-Repeater kan alleen worden aangemeld met een RFZ of Timer RF. Zie zijn eigen
handleiding voor de exacte procedure.
3
Stel de RF ACTIVATIE op het display van de
unit in op AAN. (MENU > SERVICEMENU > RF
INSTELLING > ACTIVATIE)
Er is nu 10 minuten tij d om één RF bediening aan
te melden.
5B
≥ 6 sec.
RFZ: Houd de drukknop "1" & drukknop "
tenminste 6 sec. tegelij k ingedrukt.
≥ 6 sec.
"
CHANGED
SAME
#2
4
Stel de RF METHODE op het display van
de unit in op STUREN DISCREET. (MENU >
SERVICEMENU > RF INSTELLING > METHODE)
6
Test de bediening na het programmeren.