6.3 Instellen van luchtspecifi caties
1
Sluit alle ramen en deuren.
Draai alle ventielen volledig open die
via de kanalen zij n verbonden aan het
ventilatiesysteem.
4
Stel het nominale luchtdebiet in op STAND
HOOG. (MENU>login>
VENTILATIESTAND>STAND HOOG>)
= Luchtdebiet bij na op grenswaarde
= Ontoereikend luchtdebiet
Als de grenswaarde kleiner is dan het gewenste
luchtdebiet, moet nogmaals een systeemtest
worden uitgevoerd.
(Menu->login->Systeemtest) Zie voor meer
informatie de installateurshandleiding op
https://www.zehnder.be/nl/downloads/csy.
7
Als het luchtdebiet overal in orde is:
Druk op
om de modus inbedrij fstelling af te
sluiten.
Vul een debiet meetrapport in. Een
voorbeeld hiervan vindt u achterin de
gebruikershandleiding.
Storingen aan de (optionele) voorverwarmer of de bypass kunnen pas gereset worden nadat de systeemtest opnieuw is uitgevoerd.
2
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
Kies een taal en bevestig dat de sifon correct is
gemonteerd. Hierboven vindt u meer informatie
over de installatie van de sifon.
5
Indien alleen STAND HOOG wordt ingesteld
zal het toestel automatisch STAND MIDDEN
op 66% en STAND LAAG op 33% van
STAND HOOG instellen.
Ingeval STAND MIDDEN of STAND LAAG
handmatig wordt ingesteld, zal deze
automatische koppeling verloren gaan.
Om de automatische koppeling terug te
krij gen dienen alle FABRIEKSINSTELLINGEN
via de FABRIEKSRESET functie teruggezet .
Druk op
om de modus inbedrij fstelling te
sluiten zonder de ingevoerde waarde op te
slaan.
Druk op
om de ingevoerde waarde op te
slaan.
HERHAAL DEZE STAPPEN VOOR DE STAND
MIDDEN EN LAAG (ingeval handmatige instelling)
8
CHANGED
#4
SAME
Indien het vereiste debiet aan de ventielen niet
gehaald wordt:
Ga terug naar stap 4.
3
Ga naar de instellingen voor de installateur.
(MENU > login; Inlogcode= 2468
6
Voorbeeld van een
debietmeter
Meet het luchtdebiet aan elk volledig geopend
ventiel met een debietmeter.
Schrij f het luchtdebiet voor deze ventielen op.
Regel de geopende ventielen in op het vereiste
luchtdebiet per ruimte.
Meet het luchtdebiet opnieuw aan de geopende
ventiel opnieuw met een debietmeter.
Controleer of het luchtdebiet bij elk geopend
ventiel aan de norm voldoet.
NL - 17