3
Hardware-installatie
3.2 Installatie
De installatieplaats moet groter zijn dan het detectiebereik van het beoogde Backsense
systeem en moet relatief vlak zijn zonder al te grote afwijkingen. Dit maakt een basisopstelling,
configuratie en test van het Backsense
3.3 Elektrische aansluitingen
Raadpleeg de richtlijnen van de autofabrikant of carrosseriebouwer voor installatieprocedures
en connectiviteit in alle toepassingen. Zorg ervoor dat de positieve voedingsaansluitingen bij
de bron gezekerd zijn.
De systeemaansluitingen worden weergegeven in de onderstaande tabel:
•
Rode kabel naar niet-permanente stroomvoorziening, bijv. ontsteking.
•
Zwarte kabel naar aarde.
•
Grijze kabel naar de activerende trigger, bijvoorbeeld achteruit. Deze activerende ingang
verandert de status van het systeem tussen stand-by en actief.
•
De witte kabel is een triggeruitgang om secundaire functies of apparaten te activeren.
De witte kabel wordt naar massa (zwarte kabel) geschakeld wanneer een object binnen het
detectiegebied wordt gedetecteerd. Een secundair apparaat kan bijvoorbeeld een Brigade
bbs-tek
wit geluid
®
te sturen. Sluit het apparaat gewoon aan op dezelfde niet-permanente voeding als waarop
de rode kabel is aangesloten en gebruik de witte kabel als negatieve aansluiting.
Zie hoofdstuk "6 Specificaties" voor de elektrische belastingslimieten. Op het BS-7100
systeem kan de afstand worden geconfigureerd wanneer de triggeruitgang wordt geactiveerd.
Voertuig niet-permanente
Rood
stroomvoorziening
Zwart
Grond
Grijs
Activeringsingang
Wit
Trigger Uitgang
Paars
Modus 1 (configuratiedraad)
Roze
Modus 2 (configuratiedraad)
3.4 Montage en locatie van de sensor
Brigade Logo Readable,
Brigade Logo Leesbaar,
Normal Orientation
Normale oriëntatie
Kabeluitgangsrichting wijst
alarm of een lichtbaken zijn om een waarschuwing in het detectiegebied
®
Cable Exit Direction
Pointing to Bottom
naar beneden
Vervolg
systeem mogelijk.
®
Systeemverbindingen
Systeemvoeding (bladzekering 3A) (Bereik +12V tot +24V)
voeding
Levering negatief
Trigger vanuit voertuig, hoog actief (bereik boven +9Vdc, tot
voedingsspanning)
Naar massa geschakeld wanneer actief (belasting tot 0,5 A)
Zie 4.2
Zie 4.2
Adjustment Angle
Aanpassingshoek
(Relative to Horizontal Plane)
(ten opzichte van horizontaal vlak)
®
8