AUTODOME 7100i
1.
2.
Selecteer Uit om de regio te verbergen.
Feedbackgebied
Selecteer Aan om de positie van feedbackberichten van het systeem (inclusief berichten voor
camera-instellingen zoals focus, iris en zoomniveau) in OSD in te stellen of te bewerken. Zie
het gedeelte "Objectief-instellingen" om deze instellingen te configureren.
De velden Positie (XY) en (0...255) worden weergegeven.
1.
2.
Selecteer Uit om de regio te verbergen.
Streambeveiliging
Videoverificatie
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Videoverificatie een methode voor het verifiëren van de
integriteit van de video.
Als u Watermerken selecteert, worden alle beelden gemarkeerd met een pictogram. Het
pictogram geeft aan of de beelden (live of opgeslagen) zijn gemanipuleerd.
Als u een digitale handtekening wilt toevoegen aan de verzonden videobeelden om hun
integriteit te waarborgen, selecteer dan een van de cryptografische algoritmen voor deze
handtekening.
Interval handtekening [s]
Voor bepaalde Videoverificatie-modi voert u het interval (in seconden) in tussen het invoegen
van de digitale handtekening.
4.4.1.2
Positionering
De functie Positionering beschrijft de locatie van de camera en het perspectief in het
gezichtsveld van de camera.
Perspectiefinformatie is essentieel voor Video Analytics, omdat het systeem op basis hiervan
kan compenseren voor het kleiner lijken van objecten op afstand.
Perspectiefinformatie is de enige manier om objecten, zoals personen, fietsen, auto's en
vrachtwagens, te kunnen onderscheiden en een nauwkeurige berekening te kunnen maken van
hun werkelijke grootte en snelheid terwijl ze zich door de 3D-ruimte voortbewegen.
Voor een juiste berekening van perspectiefinformatie moet de camera echter op een enkel
horizontaal vlak zijn gericht. Meerdere en hellende vlakken, heuvels en trappen kunnen
perspectiefinformatie vervalsen en onjuiste objectinformatie opleveren, bijvoorbeeld voor
grootte en snelheid.
Bevestigingspositie
De montagepositie beschrijft de perspectiefinformatie die ook wel kalibratie wordt genoemd.
Over het algemeen wordt de montagepositie bepaald door de parameters van de camera,
zoals de hoogte, draaihoek, kantelhoek en brandpuntsafstand.
De hoogte van de camera moet altijd handmatig worden ingevoerd. Indien mogelijk worden de
draaihoek en de kantelhoek door de camera zelf verstrekt. De brandpuntsafstand wordt door
de camera verstrekt als de camera een ingebouwd objectief heeft.
Selecteer de juiste montagepositie van de camera. Welke opties worden weergegeven, is
afhankelijk van het type camera.
Hoogte [m]
De hoogte is de verticale afstand van de camera tot het grondvlak van het opgenomen beeld.
Dit is meestal de hoogte waarop de camera boven de grond is gemonteerd.
Bosch Security Systems B.V.
Geef in het veld Positie (XY) de exacte positie op. (De standaardwaarde is 10.)
Geef in het veld (0...255) het positiebereik op. (De standaardwaarde is 176.)
Geef in het veld Positie (XY) de exacte positie op. (De standaardwaarde is 10.)
Geef in het veld (0...255) het positiebereik op. (De standaardwaarde is 176.)
User Manual
Configuratie | nl
27
2023-02 | V01 | DOC