Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ethernet Redundancy - Bosch Security MPC C Series Bedieningshandleiding

Paneelcontroller
Inhoudsopgave

Advertenties

38
nl | Netwerkverbinding via ethernet
Aanwijzing!
Wijzigingen in de ethernet-instellingen worden actief nadat de centrale opnieuw is opgestart.
7.2

Ethernet redundancy

Afhankelijk van de topologie van het netwerk is het wellicht nodig een redundantieprotocol te
selecteren. De standaardinstelling voor de redundantiemodus is geen.
Om een redundantiemodus te selecteren gaat u naar het startmenu en selecteert u:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Aanwijzing!
De wijziging in de redundantie-modus worden actief nadat de centrale opnieuw is opgestart.
RSTP-instellingen
In geval van redundantie via RSTP moeten er extra instellingen worden uitgevoerd.
Aanwijzing!
Er zijn standaardinstellingen voor de standaardconfiguraties beschikbaar voor de RSTP-
parameters. Wijzigingen mogen alleen door geschoold en gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Een diepgaande kennis van netwerkverbindingen en protocollen is essentieel!
Toestemmingsniveau 4 is vereist voor wijzigingen in de RSTP-parameters van een eerder
geconfigureerde centrale.
Parameters voor redundantie via RSTP wijzingen of parameters voor het eerst configureren:
1.
2.
3.
4.
5.
2013.07 | 3.0 | F.01U.258.935
Configuratie
.Netwerk Het scherm Configuratie IP wordt weergegeven.
Schakel het selectievakje Ethernet-instellingen gebruiken in.
Selecteer Ethernet-redundantie
Selecteer het redundantietype van: Dual homing, RSTP of geen.
Selecteer OK om de wijziging in de redundantie-modus toe te passen of Annuleren om de
wijzigingen te verwijderen. U bent teruggekeerd naar het scherm Ethernet configureren.
Selecteer OK om toepassing van de ethernet-instellingen te bevestigen (Ethernet-
instellingen gebruiken) of opAnnuleren om het scherm af te sluiten zonder de ethernet-
instellingen te activeren.
Selecteer RSTP als redundantietype.
Selecteer Parameters instellen ... De waarden voor bridge priority, hello time, maximum
age en foward delay worden aangegeven. Wanneer u de paneelcontroller voor het eerst
toestemming geeft, worden alle waarden op "0" gezet.
Selecteer Stand.instellingen om deze waarden te overschrijven met de
standaardinstellingen die zijn opgeslagen in de paneelcontroller (aanbevolen!).
Als er voor de geplande configuratie een verandering van de standaardwaarden vereist is:
Raak het veld aan met de te wijzigen waarde. Gebruik de pijltoetsen op het
bedieningspaneel om de gewenste nummers te selecteren en de waarden aan te passen
met behulp van de nummertoetsen op het alfanumerieke toetsenblok. Als de waarden
buiten het gedefinieerde aantal minimum- of maximumwaarden vallen, worden de
wijzigingen niet toegepast of wordt er een waarschuwing weergegeven. Als de waarden
niet consistent zijn, verschijnt er een formule die de overeenkomstige afhankelijkheden
van de waarden ten opzichte van elkaar toont.
Selecteer OK om de wijzigingen toe te passen op de RSTP-parameters of op Annuleren
om de wijzigingen te verwijderen.
Bedieningshandleiding
Paneelcontroller
Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fpa-1200-mpc-c

Inhoudsopgave