Paneelcontroller Inhoud | nl Inhoudsopgave Ter informatie Beschrijving van stappen Het startmenu openen Taal van het display wijzigen Garantie en aansprakelijkheid Copyright Veiligheidsvoorschriften Pictogrammen en opmerkingen Gebruik van het touchscreen Onderhoud Gebruik overeenkomstig voorschriften Vereiste vaardigheden van personeel Alle functies op een rij Het startmenu openen Uitschakelen/Blokkeren 3.2.1...
Pagina 4
nl | Inhoud Paneelcontroller 5.6.2 Verschillende statussen van lijstvelden 5.6.3 Element/functie selecteren 5.6.4 Modus toewijzen Zoek functie/element 5.7.1 Zoeken op naam 5.7.2 Zoeken op nummer / adres Cijfers en tekst invoeren 5.8.1 Invoer wijzigen 5.8.2 Alle cijfers verwijderen Taal van het display wijzigen 5.9.1 Toetsencombinatie invoeren 5.10...
Pagina 5
Paneelcontroller Inhoud | nl 10.7 Alarmmelding resetten 10.8 Melders uitschakelen Storingsmeldingen 11.1 Een storingsindicatie oproepen 11.2 Een storingsmelding op de brandmeldcentrale 11.2.1 Een melding bevestigen 11.2.2 Volgorde van de storingsmeldingen 11.2.3 Informatie over storende elementengroepen 11.2.4 De nieuwste melding 11.2.5 Individuele elementen van een elementengroep weergeven 11.2.6 Informatie over individuele elementen...
Pagina 6
nl | Inhoud Paneelcontroller Onderhoud 15.1 Menuoverzicht 15.2 Taal van het display wijzigen 15.3 Uitgangen activeren 15.4 Transmissieapparaat activeren 15.5 Melder verwijderen 15.6 Wijzig apparaat op de RS232-poort 15.7 Zoemer uitschakelen/inschakelen Onderhoud – inspectie 16.1 Onderhoudsgroepen 16.1.1 Elementen toevoegen of verwijderen 16.2 Onderhoud starten en beëindigen 16.2.1...
nl | Ter informatie Paneelcontroller Ter informatie Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke informatie en opmerkingen over het gebruik van de FPA-5000 en FPA-1200 brandmeldcentrales. Via stap voor stap instructies maakt u uzelf vertrouwd met de diverse functies: – Overzicht, Pagina 19 geeft een overzicht van de bedienings- en displayelementen en het touchscreen.
Paneelcontroller Ter informatie | nl Taal van het display wijzigen De taal van de centrale kan snel worden gewijzigd met behulp van een toetsencombinatie; zie de volgende instructie "Om de displaytaal te wijzigen met behulp van het menu raadpleegt u het hoofdstuk Taal van het display wijzigen, Pagina 32".
nl | Veiligheidsvoorschriften Paneelcontroller Veiligheidsvoorschriften Zorg ervoor dat u deze instructies goed hebt bestudeerd voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als u de gebruiksaanwijzing niet hebt gelezen of de instructies niet correct hebt begrepen, dan kunt u het apparaat niet naar behoren bedienen. De gebruiksaanwijzing is geen vervanging van training door geautoriseerd personeel.
Paneelcontroller Veiligheidsvoorschriften | nl Onderhoud Maak het touchscreen en toetsenblok uitsluitend schoon met een pluisvrije doek. Indien nodig kunt u de doek licht bevochtigen met een reinigingsmiddel dat speciaal bedoeld is voor beeldschermen. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen en zorg ervoor dat er geen vloeistof binnen in het apparaat terechtkomt.
nl | Alle functies op een rij Paneelcontroller Alle functies op een rij Het startmenu openen Druk op de "Home"-toets om vanuit ieder menu terug te keren in het hoofdmenu. Aanwijzing! Het display schakelt vanuit elke menuoptie naar het stand-by-display als er niet binnen 1 minuut op een toets wordt gedrukt;...
Paneelcontroller Alle functies op een rij | nl Diagnose Diagnose -> Elementdetails Modules Hardware Centrale-paspoort LED-test op modules Historie log Netwerk Elementdetails – Alle info voor één element: weergave van alle diagnostische informatie met betrekking tot een element in een lus van een LSN-module. –...
nl | Alle functies op een rij Paneelcontroller Informatie met betrekking tot de toegankelijkheid van alle interfaces en knooppunten binnen het systeemnetwerk. – Ethernet-poorten Informatie met betrekking tot de verschillende parameters en de status van de twee ethernet-interfaces die beschikbaar zijn op de paneelcontroller. –...
Paneelcontroller Alle functies op een rij | nl – Het onderhoud voortzetten (Nee). – Geteste of niet-geteste elementen weergeven (Niet getest, Getest). Onderhoudgr. maken/wijzigen – Individuele elementen verwijderen uit of toevoegen aan gespecificeerde onderhoudsgroepen. – Alle elementen uit een onderhoudsgroep verwijderen. 3.4.2 Andere taal De taal van de teksten in het display wijzigen (Andere taal).
nl | Alle functies op een rij Paneelcontroller 3.4.7 Wijzig apparaat op de RS232-poort Toewijzen van een ander apparaat aan de RS232 (V.24) interface (Wijzig apparaat op RS232- poort). Configuratie Configuratie -> In-/uitg.groepen Groepen instellen instellen Meldergevoeligheid Gebruiker Elementnamen wijzigen Overzicht Netwerk In-/uitg.groepen instellen...
Paneelcontroller Alle functies op een rij | nl Aanwijzing! Wijzigingen mogen alleen door geschoold en gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd. Een diepgaande kennis van netwerkverbindingen en protocollen is essentieel! Schakelen naar dagmodus/nachtmodus – Schakelen naar dagmodus/nachtmodus – In de dagmodus: Voor de huidige dag de resettijd instellen voor het schakelen naar de nachtmodus.
nl | Alle functies op een rij Paneelcontroller Ga naar element Een lijst weergeven van alle elementen die zijn aangesloten op het systeem en een element selecteren in deze lijst om meer informatie hierover weer te geven. – op logisch adres: een element in een lijst zoeken door het logische adres in te voeren. –...
Paneelcontroller Overzicht | nl Overzicht Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende elementen van de paneelcontroller: – Bedieningselementen, Pagina 19 – Display-elementen, Pagina 20 – Touchscreen, Pagina 22 – Stand-by-display, Pagina 23 – Weergaveondersteuningsinformatie, Pagina 24 Alarm Test Doormelding Geactiveerd Uitgeschakeld Uitschakelen Diagnose...
nl | Overzicht Paneelcontroller "Home"-toets. Het startmenu openen. Terugkeren naar de vorige selectie. Toets "Sleutel" Aan- en afmelden: gebruikers-ID en wachtwoord invoeren. U kunt de interne zoemer tijdelijk uitschakelen. Toets "pijl naar links". De cursor één positie naar links verplaatsen in het zoekscherm.
Pagina 21
Paneelcontroller Overzicht | nl Display Kleur Signaallampje Betekenis Contin Knippert Doormelding Rood Transmissieapparaat is geactiveerd geactiveerd Uitgeschakeld Geel Elementen zijn uitgeschakeld en/of geblokkeerd Door-. melding Geel Doormelding is niet geactiveerd uitgeschakeld Signaalgevers Geel Signaalgevers zijn niet geactiveerd Uitgeschakeld In Bedrijf Groen x Centrale is in bedrijf Groen...
nl | Overzicht Paneelcontroller Touchscreen Informatiebalk Menuveld Statusbalk Informatiebalk Dit pictogram wordt aan de rechterzijde van de informatiebalk weergegeven zolang er een gebruiker is aangemeld. Er is een verbinding op afstand met een centrale in het netwerk of een extern bedieningspaneel. De centrale in het netwerk wordt bediend vanaf een andere centrale of een extern bedieningspaneel en kan niet rechtstreeks worden bediend.
Paneelcontroller Overzicht | nl Centrale 4 -1 l niveau 4 is Het netwerkadres en het toegangsniveau van de aangemelde ingelogd gebruiker (4) worden weergegeven. Dit pictogram wordt weergegeven als er een aardestoring plaatsvindt in het systeem. De namen van de geselecteerde menu's worden eveneens vermeld.
nl | Overzicht Paneelcontroller Aanwijzing! Het display schakelt naar het stand-by-display als er niet binnen tien minuten op een toets wordt gedrukt. Als u een grijs display ziet, dient u het touchscreen lichtjes aan te raken om het stand-by-display weer te geven In het stand-by-display wordt de volgende informatie weergegeven: –...
Paneelcontroller Bedieningsprincipe | nl Bedieningsprincipe Naast een beknopt menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende punten: – Aan- en afmelden, Pagina 25 – Toegangsniveau, Pagina 26 – Het startmenu openen, Pagina 26 – Het menu selecteren, Pagina 26 – Terugkeren naar de vorige selectie, Pagina 27 –...
nl | Bedieningsprincipe Paneelcontroller Selecteer OK om de invoer te bevestigen of Annuleren om de bewerking te annuleren. Zie Wachtwoord wijzigen, Pagina 91 voor informatie over het instellen van uw eigen wachtwoord. Het stand-by-display wordt weergegeven. Het sleutelpictogram wordt in de informatiebalk weergegeven zolang er een gebruiker is aangemeld.
Paneelcontroller Bedieningsprincipe | nl Terugkeren naar de vorige selectie Druk op de toets "Terug" om terug te keren naar de vorige selectie: Werken met lijsten Lijst Pijlen Lijstveld Functievelden Zoekmasker In veel menu's worden elementen weergegeven in lijsten. De elementen zijn gerangschikt op omschrijving of op adres.
nl | Bedieningsprincipe Paneelcontroller – Op nummer (geen omschrijving) Selecteer Via omschrijving. Een lijst van alle melders wordt weergegeven, gesorteerd op alfabetische volgorde. 5.6.1 In lijsten navigeren In het display kan maar een beperkt aantal lijstvelden worden weergegeven. Selecteer de toets "pijl omhoog" om terug te navigeren door een lange lijst: Selecteer de toets "pijl omlaag"...
Paneelcontroller Bedieningsprincipe | nl Lijstveld Status van Betekenis lijstveld Toegewezen Aan het geselecteerde element is al een TEXT modus en bepaalde modus toegewezen. Het wordt gemarkeerd geselecteerd om het te resetten in de oorspronkelijke modus; een uitgeschakeld element wordt bijvoorbeeld weer ingeschakeld. In resetmodus Het resetten van het element is nog niet TEXT...
nl | Bedieningsprincipe Paneelcontroller Aanwijzing! In het submenu Uit kan een extra optie worden geselecteerd voor de functievelden; zie Uitgeschakelde elementgroepen weergegeven en inschakelen, Pagina 58. Zoek functie/element In lijsten kan een bepaald element worden gezocht en weergegeven met behulp van het zoekscherm.
Paneelcontroller Bedieningsprincipe | nl Cijfers en tekst invoeren Toets Karakter .,-_0 ABCabc2 DEFdef3 GHIghi4 JKLjkl5 MNOmno6 PQRSpqrs7 TUVtuv8 WXYZwxyz9 U kunt letters en cijfers invoeren met de afgebeelde toetsen. Druk op de corresponderende toets op het toetsenblok tot de vereiste letter of het vereiste cijfer wordt weergegeven.
nl | Bedieningsprincipe Paneelcontroller Voorbeeld: invoeren van de letter K en het cijfer 4 in het zoekscherm van een lijst Druk op de toets: Een reeks letters en cijfers wordt weergegeven in de informatiebalk. Blijf op de toets drukken tot de gewenste letter, in dit geval de letter K, wordt gemarkeerd in de informatiebalk.
Paneelcontroller Bedieningsprincipe | nl 5.10 Schakelen tussen statusbalken De statusbalk biedt meer functies en weergave- en keuzemogelijkheden. Als het pictogram met de dubbele pijl wordt weergegeven in de statusbalk, kan worden geschakeld naar de statusbalk van het startmenu. Hiertoe drukt u op de toets met de dubbele pijl op het membraantoetsenblok.
nl | Centrales in het netwerk Paneelcontroller Centrales in het netwerk De centrales kunnen in een netwerk worden geplaatst via een CAN-bus of een ethernet- verbinding. In dit hoofdstuk worden de overeenkomsten tussen de twee fysieke netwerkprincipes beschreven. Gedetailleerde opmerkingen over netwerkverbinding via ethernet vindt u in Netwerkverbinding via ethernet, Pagina 37.
Paneelcontroller Centrales in het netwerk | nl – Groeps-id = 1 – Knooppunt-id = 4 Een verbinding op afstand met een centrale in het netwerk tot stand brengen Selecteer de toets "Netwerk" op centrale A om vanaf centrale A een verbinding op afstand in te stellen met centrale B in het netwerk.
nl | Centrales in het netwerk Paneelcontroller Blokkerende en beperkte verbinding Alle functies kunnen worden gebruikt via een blokkerende verbinding, behalve de volgende functies: – LED-test, toetstest. displaytest en touchscreen-test – Touchscreen instellen Dit pictogram wordt weergegeven op die centrales in het netwerk, in dit voorbeeld centrale B, waarmee een andere centrale, in dit geval centrale A, een geblokkeerde verbinding op afstand heeft.
Paneelcontroller Netwerkverbinding via ethernet | nl Netwerkverbinding via ethernet Dit hoofdstuk bevat opmerkingen over netwerkverbinding via ethernet. Netwerkverbinding van verschillende centrales via ethernet is alleen mogelijk voor de FPA-5000. De FPA‑1200 kan worden gebruikt met maximaal drie externe bedieningspanelen (FMR-5000) via ethernet. Na het installeren van de centrales moeten er verschillende netwerkinstellingen worden uitgevoerd op de paneelcontroller om het netwerk te configureren.
nl | Netwerkverbinding via ethernet Paneelcontroller Aanwijzing! Wijzigingen in de ethernet-instellingen worden actief nadat de centrale opnieuw is opgestart. Ethernet redundancy Afhankelijk van de topologie van het netwerk is het wellicht nodig een redundantieprotocol te selecteren. De standaardinstelling voor de redundantiemodus is geen. Om een redundantiemodus te selecteren gaat u naar het startmenu en selecteert u: Configuratie .Netwerk Het scherm Configuratie IP wordt weergegeven.
Paneelcontroller Netwerkverbinding via ethernet | nl Aanwijzing! Wijzigingen in de RSTP-parameters worden actief nadat de centrale opnieuw is opgestart. Diagnose Diagnostische informatie en hulp om problemen binnen een netwerk vast te stellen, vindt u onder menuoptie Diagnose - Netwerk. Er is informatie beschikbaar over de volgende onderwerpen: –...
nl | Extern bedieningspaneel Paneelcontroller Extern bedieningspaneel In de FSP-5000-RPS programmeersoftware kan met betrekking tot het knooppunt van het externe bedieningspaneel het adres van een centrale waarmee automatisch een verbinding wordt gemaakt vanaf het externe bedieningspaneel in het dialoogvenster worden ingevuld. Daarnaast kunnen ook andere centrales worden toegewezen waarmee verbinding kan worden gemaakt.
Paneelcontroller Alarm | nl Alarm Aanwijzing! Informatie over hoe te handelen bij een brandalarm vindt u in Brandalarm, Pagina 47. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Alarmtypen, Pagina 41 – Vertragingstijd, Pagina 41 – Dag- en nachtmodus, Pagina 42 –...
nl | Alarm Paneelcontroller De alarmvertragingen die in het display van de paneelcontroller kunnen worden weergegeven, staan hieronder uitgelegd: Alarmverificatie Wanneer de ontvangst van de alarmmelding wordt bevestigd op de paneelcontroller, gaat de verificatietijd in. Tijdens de verificatietijd moet de melding op locatie waar de melder het systeem heeft geactiveerd, worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat het alarm terecht is afgegaan.
Paneelcontroller Alarm | nl De nachtmodus heeft het hoogste beveiligingsniveau. Afhankelijk van de configuratie wordt de alarmmelding in de regel zonder vertraging naar de brandweer verzonden. Signaalgevers (bijvoorbeeld sirenes) en transmissieapparatuur voor doormelding naar de brandweer of brandbestrijdingsystemen worden geactiveerd. Als het transmissieapparaat voor doormelding naar de brandweer wordt geactiveerd, gaat het rode LED-lampje "Doormelding geactiveerd"...
nl | Alarm Paneelcontroller – Lijstvelden zonder zwarte achtergrond: bevestigde alarmmeldingen. Detectiezones Aanwijzing! Er kunnen maximaal vier alarmmeldingen tegelijkertijd worden weergegeven op het display. Alleen velden die kunnen worden gebruikt, worden weergegeven (bijv. Bevestig en Reset). Indien er meer dan vier alarmmeldingen zijn ontvangen, kunt u door de lijst navigeren om de volgende meldingen weer te geven (zie In lijsten navigeren, Pagina 28).
Paneelcontroller Alarm | nl Brand Zone 00005 Kantoor Meldingtype Het meldingstype Brand wordt gemeld. Afhankelijk van de configuratie kan het meldingstype gedetailleerder worden gespecificeerd, bijvoorbeeld Alarmverificatie voor een brandalarm met verificatie. Adres van detectiezone 00005: De vijfde detectiezone heeft het eerste brandalarm geactiveerd. Aantal melders (6): In de vijfde detectiezone (00005) hebben zes melders (6) een brandalarm geactiveerd.
nl | Alarm Paneelcontroller Berichtadres In dit voorbeeld heeft de volgende melder een brandalarm geactiveerd: 0005 - 004: de vierde melder (004) in de vijfde detectiezone (00005). Als het meldernummer (in dit geval 004) niet wordt weergegeven, is dit de alarmmelding voor de detectiezone.
Paneelcontroller Brandalarm | nl Brandalarm Aanwijzing! Gedetailleerde informatie over alarmtypen, alarmvertragingen en het display van de paneelcontroller leest u in Alarm, Pagina 41. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Een melding bevestigen, Pagina 47 – De interne zoemer uitschakelen, Pagina 47 –...
nl | Brandalarm Paneelcontroller De interne signaaltoon wordt uitgeschakeld. 10.4 Externe signaalgevers in- en uitschakelen Akoestische en optische signaalgevers die zijn geactiveerd, kunnen worden uitgeschakeld. Selecteer Signaal uit. De akoestische en/of optische signaalgever wordt uitgeschakeld. De tekst in het veld verandert in Signaal aan.
Paneelcontroller Brandalarm | nl Voorzichtig! Als een tweede alarmmelding binnenkomt tijdens de onderzoektijd, worden alle alarmmeldingen verzonden naar de brandweer. De onderzoektijd wordt geannuleerd. Als tijdens de controle op locatie wordt geconstateerd dat het brandalarm terecht is, dan moet alarmmelding direct worden verzonden naar de brandweer; zieAlarm handmatig activeren, Pagina 50.
nl | Brandalarm Paneelcontroller 10.6.3 Alarm handmatig activeren Voorzichtig! Als bij de verificatie blijkt dat het brandalarm echt is, dan moet het alarm handmatig worden verzonden naar de betreffende externe locaties, bijvoorbeeld de brandweer. Een andere mogelijkheid is om een handbrandmelder op locatie te activeren. Om een alarm door te sturen naar een externe locatie selecteert u Handmatig alarm.
Paneelcontroller Brandalarm | nl Selecteer Reset. Het geselecteerde element of de geselecteerde elementengroep wordt gereset. Tekst Als een lijstveld is gemarkeerd met de letter R, dan is de resetprocedure nog niet voltooid voor dit element. Als een element niet kan worden gereset, blijft het vermeld in de lijst. Na het succesvol resetten van alle elementen wordt het stand-by-display weergegeven.
nl | Storingsmeldingen Paneelcontroller Storingsmeldingen Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Een storingsindicatie oproepen, Pagina 52 – Een storingsmelding op de brandmeldcentrale, Pagina 52 – De interne zoemer uitschakelen, Pagina 47 – Storingsmelding resetten, Pagina 55 – Een element blokkeren, Pagina 56 11.1 Een storingsindicatie oproepen...
Paneelcontroller Storingsmeldingen | nl Lijstvelden zonder zwarte achtergrond geven bevestigde storingsmeldingen aan. Aanwijzing! Er kunnen maximaal vier alarmmeldingen tegelijkertijd worden weergegeven op het display. Alleen velden die kunnen worden gebruikt, worden weergegeven (bijv. Bevestigen en Reset). Navigeer verder naar beneden om meer storingsmeldingen weer te geven. Zie In lijsten navigeren, Pagina 28 voor informatie over het navigeren in een lijst.
nl | Storingsmeldingen Paneelcontroller 11.2.4 De nieuwste melding De nieuwste melding wordt aan het eind van de lijst weergegeven. Aanwijzing! 15 – 30 seconden na de laatste invoer (bijvoorbeeld na het navigeren in de lijst), wordt de eerste en oudste storingsmelding weer aan het begin van de lijst weergegeven. 11.2.5 Individuele elementen van een elementengroep weergeven Om de individuele elementen van een elementengroep weer te geven, selecteert u de...
Paneelcontroller Storingsmeldingen | nl Aanwijzing! De informatie die wordt weergegeven, wordt ingevoerd in de FSP-5000-RPS programmeersoftware. De volgende informatie wordt weergegeven: – Elementcategorie – Meldingtype – Datum en tijd van de melding – Fysieke en logische adressering van het element –...
nl | Storingsmeldingen Paneelcontroller Na het succesvol resetten van alle elementen wordt het stand-by-display weergegeven. 11.4 Een element blokkeren U kunt als volgt een element blokkeren dat een storing heeft veroorzaakt: Selecteer de gewenste storingsmelding. Selecteer Blok.. Voorzichtig! Het systeem geeft niet aan of het mogelijk was om het geselecteerde element te blokkeren. Controleer het element om de werking te inspecteren.
Paneelcontroller Uit | nl Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Elementen uitschakelen en inschakelen, Pagina 57 – Uitgeschakelde elementgroepen weergegeven en inschakelen, Pagina 58 – Een lijst van alle uitgeschakelde elementen weergeven, Pagina 58 – Zoemer uitschakelen/inschakelen, Pagina 59 Waarschuwing! Uitgeschakelde melders: alarmmeldingen van uitgeschakelde melders worden niet meer weergegeven - alleen storingen.
nl | Uit Paneelcontroller Selecteer Uit. De geselecteerde elementen worden uitgeschakeld. In het veld Uit op de statusbalk neemt het aantal uitgeschakelde elementen toe met twee elementen. Om de elementen weer in te schakelen, herhaalt u de vorige stappen, maar kiest u Aan in stap Aanwijzing! Afhankelijk van de configuratie en structuur van de centrale, bestaat de mogelijkheid dat signaalgevers niet afzonderlijk, maar alleen allemaal tegelijk kunnen worden uitgeschakeld.
Paneelcontroller Uit | nl Selecteer Aan. Het element wordt ingeschakeld. 12.4.2 Via de statusbalk Een lijst van alle uitgeschakelde elementen weergeven: Selecteer Uit in de statusbalk. Er wordt een lijst van verschillende statussen weergegeven. Selecteer Uitgeschakeld. Er wordt een lijst van verschillende elementcategorieën weergegeven. Het vermelde getal heeft betrekking op het aantal uitgeschakelde elementen of elementengroepen in de betreffende elementcategorie.
nl | Blokkeren Paneelcontroller Blokkeren Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Elementen blokkeren en blokkering opheffen, Pagina 60 – Een lijst van alle geblokkeerde elementen weergeven, Pagina 60 Voorzichtig! Uitgeschakelde melders: alarmmeldingen van uitgeschakelde melders worden niet meer weergegeven - alleen storingen.
Paneelcontroller Blokkeren | nl 13.3.1 Met behulp van het menu Selecteer de volgende optie in het startmenu om een lijst van alle geblokkeerde elementen weer te geven: Uitschakelen Blokkeren Blok. Toon geblokkeerde apparaten Er wordt een lijst van verschillende elementcategorieën weergegeven. Het vermelde getal heeft betrekking op het aantal geblokkeerde elementen of elementengroepen in de betreffende elementcategorie.
nl | Diagnose Paneelcontroller Diagnose Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Elementdetails, Pagina 62: Diagnostische informatie over een LSN-module en over elementen van een geselecteerde LSN-module – Modules, Pagina 63: Diagnostische informatie over de software (versie) en hardware van modules –...
Paneelcontroller Diagnose | nl Selecteer de gewenste lijstvelden. De lijstvelden worden gemarkeerd. Selecteer Ja. Een lijst van verschillende gegevenstypen wordt weergegeven. Selecteer het gewenste veld. Het veld wordt gemarkeerd. De gegevens van elk geselecteerd element worden opgevraagd. Selecteer Start. Als u de procedure wilt annuleren kiest u Annuleren. Er wordt een statusbalk weergegeven.
Pagina 64
nl | Diagnose Paneelcontroller – Toetstest: test de werking van het toetsenblok. – Displaytest: test de werking van het display. – Test touchscreen: test de functionaliteit van het aanraakgevoelige oppervlak. – Touchscreen instellen (kalibratie): afstellen van de drukprecisie voor het aanraken van het touchscreen.
Paneelcontroller Diagnose | nl Touchscreen instellen Volg de stappen die op het display worden weergegeven. 14.4.3 Seriële interface Selecteer Seriële interface om de statistische gegevens voor de RS232 poort weer te geven. 14.4.4 CAN-Bus Selecteer CAN-Bus CAN-bus om de status van de CAN-interfaces weer te geven. 14.5 Centrale-paspoort Selecteer Centrale-paspoort om de volgende diagnose-informatie weer te geven:...
nl | Diagnose Paneelcontroller Selecteer in het startmenu Diagnose Netwerkservices Routeringstabel Er wordt een tabel met routeringsinformatie weergegeven. Alle knooppunten die in het netwerk kunnen worden bereikt via het knooppunt dat momenteel wordt bediend en in het netwerk worden herkend door het systeem, worden weergegeven onder Knooppunt.
Paneelcontroller Diagnose | nl 14.7.3 Ethernet ports Een tabel weergeven met een overzicht van de verschillende parameters en de status van de twee ethernet-poorten: Selecteer in het startmenu Diagnose Netwerkservices Ethernet-poorten Er wordt informatie over Ethernet-poort 1 weergegeven. U kunt de pijltoets op het display gebruiken om naar details van Ethernet-poort 2 te gaan. Om weergegeven informatie bij te werken selecteert u Vernieuwen.
nl | Diagnose Paneelcontroller – Forward delay – Ethernet-poort 1/2: – Port role – Port status Aanwijzing! Intensieve kennis van netwerken en protocollen is essentieel om deze informatie te gebruiken! 14.7.6 Condition Monitoring Aanwijzing! De functie Condition Monitoring is in Duitsland alleen beschikbaar in combinatie met een onderhoudsovereenkomst met ST-BT.
Pagina 69
Paneelcontroller Diagnose | nl Een lijst weergeven van alle aangesloten gesproken woord ontruimingssystemen die worden gebruikt voor gesproken woord ontruiming: Selecteer in het startmenu Diagnose Een lijst van alle beschikbare gesproken woord ontruimingssystemen wordt weergegeven. Informatie over een beschikbaar Plena gesproken woord ontruimingssysteem weergeven: Raak één van de weergegeven systemen aan om het selecteren.
nl | Onderhoud Paneelcontroller Onderhoud Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Onderhoud: zie Onderhoud – inspectie, Pagina 73 – Taal van het display wijzigen, Pagina 70 – Uitgangen activeren, Pagina 70 – Transmissieapparaat activeren, Pagina 71 – Melder verwijderen, Pagina 71 –...
Paneelcontroller Onderhoud | nl Selecteer Alles om alle signaleringsapparaten te activeren. Om activering van de geselecteerde elementen te beëindigen, herhaalt u dezelfde stappen, maar kiest u Uit in stap 5. Aanwijzing! In de elementcategorie HVAC is ook het functieveld Auto beschikbaar. Selecteer dit functieveld om de automatische modus bijvoorbeeld aan een ventilator toe te wijzen.
nl | Onderhoud Paneelcontroller Aanwijzing! Wanneer het systeem opstart na een stroomstoring of uitval van de accu, wordt het permanent ingestelde apparaat weer toegewezen aan de RS232-poort. Een ander apparaat aan de RS232-interface toewijzen: Selecteer in het startmenu Onderhoud Wijzig apparaat op RS232-poort Een lijst met apparaten wordt weergegeven.
Paneelcontroller Onderhoud – inspectie | nl Onderhoud – inspectie Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Onderhoudsgroepen, Pagina 73 – Onderhoud starten en beëindigen, Pagina 75 – Onderhoud voor alle elementen beëindigen, Pagina 76 – Geteste of ongeteste elementen weergeven, Pagina 76 –...
Pagina 74
nl | Onderhoud – inspectie Paneelcontroller Aanwijzing! De verwijderde elementen worden toegewezen aan de groep Niet-toegewezen elementen. Zie Naam wijzigen, Pagina 75 voor het wijzigen van de naam van een onderhoudsgroep. Van functie wisselen In elk submenu kunnen nieuwe elementen worden toegevoegd en bestaande elementen worden verwijderd.
Paneelcontroller Onderhoud – inspectie | nl Selecteer Voeg toe. Het geselecteerde element wordt toegevoegd aan de geselecteerde onderhoudsgroep. Naam wijzigen De naam van de ingangs- of uitgangsgroep wijzigen: Overschrijf de naam; zie Cijfers en tekst invoeren, Pagina 31. Selecteer OK. De nieuwe naam wordt bevestigd.
nl | Onderhoud – inspectie Paneelcontroller 16.3 Onderhoud voor alle elementen beëindigen Het onderhoud voor alle onderhoudsgroepen en elementen beëindigen: Select Einde in de statusbalk. Verschillende keuzemogelijkheden zijn beschikbaar in het display: Selecteer Ja om het onderhoud voor alle onderhoudsgroepen en elementen te beëindigen.
Paneelcontroller Onderhoud – Historielogboek | nl Onderhoud – Historielogboek In het historielogboek worden alle gegevens met betrekking tot bepaalde gebeurtenissen of apparaattypen opgeslagen en gesorteerd op datum en tijd. Om alleen bepaalde gegevens weer te geven, kunnen filters worden ingesteld. Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: –...
nl | Onderhoud – Historielogboek Paneelcontroller Selecteer Tonen in historie log. Een lijst van alle storingsmeldingen wordt weergegeven. De gebeurtenissen zijn in oplopende volgorde gesorteerd op datum en tijd. De storingsmeldingen zijn chronologisch genummerd. Het eerste getal geeft de volgorde aan waarin de storingsmeldingen zijn ontvangen.
Paneelcontroller Onderhoud – Historielogboek | nl 17.6 Gegevens afdrukken De volledige lijst of een specifiek onderdeel daarvan kan worden afgedrukt. Gegevens afdrukken uit een lijst: Selecteer Afdruk in de statusbalk. Er zijn twee mogelijkheden beschikbaar: – Hele lijst: de volledige lijst wordt geselecteerd. Ga door met stap 6 wanneer u de lijst wilt afdrukken.
nl | Dag- en nachtmodus Paneelcontroller Dag- en nachtmodus Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Schakelen tussen dag- en nachtmodus – De tijd wijzigen voor het schakelen naar de nachtmodus De manier waarop wordt omgegaan met een inkomende alarmmelding is afhankelijk van de vraag of het systeem zich in de dagmodus of de nachtmodus bevindt, zie Brandalarm, Pagina Voorzichtig! De nachtmodus is het hoogste beveiligingsniveau, aangezien elke inkomende alarmmelding...
Paneelcontroller Dag- en nachtmodus | nl Wanneer de centrale in de dagmodus staat, kiest u Schakelen naar nachtmodus om naar de nachtmodus te schakelen. Schakelen via de statusbalk De centrale staat in de nachtmodus. Centrale naar dagmodus schakelen: Druk op Selecteer Schakelen naar dagmodus om de aanvraag te bevestigen of Annuleren om de bewerking te annuleren.
Pagina 82
nl | Dag- en nachtmodus Paneelcontroller Voer de gewenste cijfers in. Zie Cijfers en tekst invoeren, Pagina 31 voor informatie over het invoeren van cijfers. Selecteer OK om de invoer te bevestigen of Annuleren om de bewerking te annuleren. De invoer is bevestigd. De tijd instellen voor het terugschakelen van dagmodus naar nachtmodus: Selecteer in de statusbalk Selecteer in het startmenu Schakelen naar nachtmodus.
Paneelcontroller Configuratie | nl Configuratie Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Instellingen in-/uitgangsgroepen, Pagina 83 – Instellingen groepen, Pagina 85 – Meldergevoeligheid, Pagina 85 – Gebruiker, Pagina 86 – Elementnamen wijzigen, Pagina 87 – Netwerk, Pagina 87 –...
Pagina 84
nl | Configuratie Paneelcontroller Uitgangsgroep Om de elementen in een uitgangsgroep weer te geven of elementen toe te voegen aan of te verwijderen uit een uitgangsgroep, herhaalt u de stappen uit het voorbeeld voor de ingangsgroep (Toevoegen of verwijderen, Pagina 85) maar kiest u Uitgangsgroep bij stap 3. Van functie wisselen In elk submenu kunnen nieuwe elementen worden toegevoegd en bestaande elementen worden verwijderd.
Paneelcontroller Configuratie | nl Selecteer Voeg toe. Het geselecteerde element wordt toegevoegd aan de geselecteerde onderhoudsgroep. 19.2.2 Naam wijzigen De naam van de ingangs- of uitgangsgroep wijzigen: Overschrijf de naam; zie Cijfers en tekst invoeren, Pagina 31. Selecteer OK. De nieuwe naam wordt bevestigd. 19.3 Instellingen groepen Uitschakel-, blokkeer- en onderhoudsgroepen kunnen worden gemaakt met behulp van de...
nl | Configuratie Paneelcontroller Op de paneelcontroller kan worden geschakeld tussen de standaardinstelling en de alternatieve instelling. De instelling wijzigen: Selecteer in het startmenu Configuratie Meldergevoeligheid Verschillende lijsten zijn beschikbaar. Zie In lijsten navigeren, Pagina 28 voor informatie over het navigeren in een lijst. Selecteer een van de beschikbare lijsten met melders of detectiezones.
Paneelcontroller Configuratie | nl Selecteer OK om de invoer te bevestigen of Annuleren om de bewerking te annuleren. De invoer wordt bevestigd. 19.5.2 Universeel wachtwoord wijzigen Selecteer in het startmenu Configuratie Gebruiker Universeel wachtwoord wijzigen Selecteer het gewenste lijstveld, afhankelijk van het toegangsniveau waarvoor het wachtwoord moet worden gewijzigd.
Pagina 88
nl | Configuratie Paneelcontroller De volgende informatie wordt weergegeven: – Configuratie en aanvullende informatie hierover – Datum – Configuratieversie (Config.versie) – Nummer – Naam – IP-adres – Bereik – Land – Tijdzone – Menunaam 2013.07 | 3.0 | F.01U.258.935 Bedieningshandleiding Bosch Sicherheitssysteme GmbH...
Paneelcontroller Diverse functies | nl Diverse functies Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Datum/tijd wijzigen, Pagina 89 – Master-wachtwoord, Pagina 89 – Externe toegang, Pagina 90 – Wachtwoord wijzigen, Pagina 91 – Een ontruimingsoefening uitvoeren, Pagina 91 –...
nl | Diverse functies Paneelcontroller 20.3.1 Het master-wachtwoord invoeren dat onbeperkt geldig is Selecteer in het startmenu Diverse functies Master-wachtwoord Voer het master-wachtwoord in. Zie Cijfers en tekst invoeren, Pagina 31 voor informatie over het invoeren van cijfers of tekst. Selecteer OK om de invoer te bevestigen of Annuleren om de bewerking te annuleren.
Paneelcontroller Diverse functies | nl 20.5 Wachtwoord wijzigen Aanwijzing! Als alle gebruikers met dezelfde toegangsrechten hetzelfde wachtwoord hebben, kan deze functie niet worden gebruikt. Selecteer in het startmenu Diverse functies Wachtwoord wijzigen Een lijst van alle gebruikers wordt weergegeven. Zie In lijsten navigeren, Pagina 28 voor informatie over het navigeren in een lijst. Selecteer het gewenste lijstveld.
nl | Diverse functies Paneelcontroller Een nieuwe functie kan pas worden geselecteerd nadat de storingsmelding/het bewakingsalarm en/of de ontruimingsoefening zijn afgerond. 20.7 Alarmtellers Toon vaste gebeurtenistellers Tijdens het bedrijf van de brandmeldcentrale worden de volgende alarmmeldingen geteld: – Extern alarm: alle brandalarmmeldingen –...
Paneelcontroller Reset | nl Reset Dit hoofdstuk bevat informatie over het resetten van elementen. Tijdens het resetten wordt de oorspronkelijke status van de geselecteerde elementen hersteld. – Gebeurtenistype: een lijst van alle meldingstypen weergeven. De meldingstypen kunnen worden gereset voor het volledige Bereik. –...
nl | Zoek functie/element Paneelcontroller Zoek functie/element Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: – Functie en apparaatomschrijving zoeken, Pagina 94 – Element zoeken, Pagina 94 22.1 Menuoverzicht Zoek functie / element -> Zoekfunctie Ga naar element 22.2 Functie en apparaatomschrijving zoeken Een functie of een apparaat zoeken: Selecteer in het startmenu Zoek functie / element Zoekfunctie...