Menu Bar Options (Menubalkopties): gebruikt om de menuknoppen aan de
rechterkant te wijzigen.
Screen Options (Schermopties): Screen Saver (Screensaver), Screen
Brightness (Helderheid van scherm), Screen Calibration (Kalibratie van
scherm) en On-Screen Options (Opties op scherm). 'On-Screen Options'
betreft gegevens aan de bovenkant van het startscherm, waaronder:
datum/tijd, modelnummer, MLAN-ID, USB-connectiviteit,
ethernetconnectiviteit. Opmerking: de parameter 'Screen Calibration' is
toegankelijk door tijdens het opstarten op het display te drukken en dat enige
tijd te blijven doen.
Flexbus Lite : Flexbus Lite-geïntegreerd vullen in- of uitschakelen. Zie voor
meer informatie over Flexbus Lite pagina 123.
Diagnostics (Diagnose)
Setup > System Configuration > Diagnostics (Instellingen > Systeemconfiguratie > Diagnose)
System Information
gegevens over de controller en de WSB.
Live Diagnostics (Livediagnose): dit betreft diagnostische gegevens over de
cyclus.
Load-Cell Diagnostics (Diagnose van weegcellen): dit betreft diagnostische
gegevens over de weegcellen.
Communication Diagnostics (Communicatiediagnose): dit betreft
diagnostische gegevens over de communicatie.
Alarm and Event Log (Alarm- en gebeurtenislogboek): ook toegankelijk via
de alarmknop op het startscherm. Geeft het scherm 'Alarm and Event Log'
(Alarm- en gebeurtenislogboek) weer. Dit scherm toont de opgeslagen
historie van alarmen, kritische gebeurtenissen, gebeurtenissen bij opstarten
en andere gebeurtenissen. Druk op de bovenste of onderste helft van het
gebeurtenisscherm voor pagina omhoog of pagina omlaag. In dit scherm
kunnen alarmen uitgezet worden. Andere opties in dit scherm zijn: Print to
USB (Opslaan op USB-stick), Clear the Alarm Log (Alarmlogboek wissen) en
een filteroptie om alleen kritische gebeurtenissen weer te geven.
72
(Systeeminformatie): dit betreft specifieke, systeemgerelateerde