Systeemintegratie
9
Systeemintegratie
9.1
Procesgegevens
De FTL3x-instrumenten kunnen met één of twee schakeluitgangen worden geconfigureerd.
De status van de schakeluitgang wordt overgedragen in de vorm van procesgegevens via IO-
Link.
• In de SIO-modus, wordt schakeluitgang 1 geschakeld via pin 4 van de M12-connector. In de
IO-Link communicatiemodus, is deze pin exclusief gereserveerd voor communicatie.
• De procesgegevens van het instrument worden cyclisch overgedragen in 16 bit chunks.
Bit
Meetinstrument
Bit 30 en bit 31 geven de status van de schakeluitgangen weer.
Hier komt 1 of DC 24 V overeen met de logische "gesloten" status op de schakeluitgang.
De resterende 14 bits bevatten de waarde voor de vorkfrequentie [0 tot 100,0%]. Een
omvorming is niet nodig.
Bit
Proceswaarde
15
OU2
14
OU1
0...13
Ruwe waarde, niet bedekt [0 tot 100]
De vorkfrequentie wordt door het instrument geleverd als int13. De decimale scheidingsteken
moet nog worden bepaald met een gradiënt.
9.2
Uitlezen en schrijven van instrumentgegevens (ISDU – Indexed
Service Data Unit)
Instrumentgegevens worden altijd cyclisch uitgewisseld en na een verzoek van de IO-Link
master. Met de instrumentgegevens kunnen de volgende parameterwaarden of
instrumentstatussen worden uitgelezen:
9.2.1
Endress+Hauser-specifieke instrumentgegevens
Benaming
Uitgebreide bestelcode
ENP_VERSION
Instrumenttype
26
0 (LSB)
1
Vorkfrequentie [0 tot 100,0 %], resolutie 0,1 %
ISDU
ISDU
Grootte
(dec)
(hex)
(byte)
259
0x0103 60
257
0x0101 16
256
0x0100 2
...
12
13 (MSB)
Datatype
Toegang Default-
waarde
String
r/-
String
r/-
02.03.00
Uinteger16 r/-
0x92FD
Liquiphant FTL33 IO-Link
14
15
OU1
OU2
Waardebereik
0 = open
1 = gesloten
0 = open
1 = gesloten
Integer
Waardebereik Offset/
gradiënt
Endress+Hauser
Gegevenso